Inhoudsopgave
- 1 Waar liggen de chromosomen van een plantaardige cel?
- 2 Welke structuren zijn verschillend bij plantaardige cellen onderling?
- 3 Wat zijn de Celkenmerken van planten?
- 4 Hoe is een chromosoom opgebouwd?
- 5 Welke verschillen zijn er tussen dierlijke en plantaardige cellen?
- 6 Wat zit er tussen het celmembraan en de celwand?
- 7 Welke stoffen nemen dieren in hun cellen op?
- 8 Wat zijn de celorganellen?
Waar liggen de chromosomen van een plantaardige cel?
Plantaardige cellen hebben bijvoorbeeld een celwand en bladgroenkorrels en dierlijke cellen hebben dit niet. Beide cellen hebben wel een celkern. In de celkern vind je de chromosomen.
Welke structuren zijn verschillend bij plantaardige cellen onderling?
Een jonge plantaardige cel bevat alleen nog maar een cytoplasma, proplastides, kleine vacuoles, een celkern en een celwand. Een wat oudere plantaardige cel bevat bovengenoemde dingen en dan ook nog intercellulaire ruimtes, vacuolemembraan, chloroplasten, kernmembraan, kernplasma en een celmembraan.
Welke organellen zijn aanwezig bij plantaardige cellen?
Een plantaardige cel is een cel zoals die bij planten voorkomt. Zo’n cel bestaat van buiten naar binnen uit een celwand, een membraan, een laagje cytoplasma en een vacuole: de grote, centrale ruimte die gevuld is met water en opgeloste stoffen.
Wat zijn de Celkenmerken van planten?
– In afbeelding 7 zie je de celkenmerken van organismen uit de verschillende rijken. Dieren: – geen celwand; – wel een celkern; – geen bladgroen korrels. Planten: – wel een celwand; – wel een celkern; – wel bladgroenkorrels. Schimmels: – wel een celwand; – wel een celkern; – geen bladgroenkorrels.
Hoe is een chromosoom opgebouwd?
Een chromosoom bestaat grotendeels uit twee DNA-moleculen (Chromatiden) met een zeer complex gevouwen en gedraaide (helix) structuur. Deze chromatiden zijn op één punt (het centromeer) aan elkaar verbonden. Op elk chromosoom ligt de informatie voor een aantal erfelijke eigenschappen.
Wat zit er helemaal aan de buitenkant van een plantaardige cel de celwand of het celmembraan?
De celwand in de plantaardige cel vormt een extra laagje om het celmembraan. De celwand bestaat uit de taaie stof cellulose en geeft hiermee veel stevigheid aan de cel. Dit zorgt er dan ook voor dat een plantaardige cel steviger is dan een dierlijke cel.
Welke verschillen zijn er tussen dierlijke en plantaardige cellen?
Het verschil tussen een plantaardige en dierlijke cel bij osmose naar binnen, is dat bij de plantaardige cel het water wordt opgeslagen in de grote vacuole. De cel kan maar in beperkte mate opzwellen. De celwand kan niet verder rekken. Een dierlijke cel heeft geen celwand en dus ook geen turgor.
Wat zit er tussen het celmembraan en de celwand?
Water gaat via de celwand en de celmembraan en de vacuolemembraan de cel in. De cel heeft turgor. De celmembraan zit tegen de celwand aan. Het water buiten de cel wordt vervangen door een zout bijvoorbeeld 10% kaliumnitraat.
Welke cellen heeft een dier?
Een dierlijke cel is een cel zoals die bij dieren voorkomt. Zo’n cel bestaat van buiten naar binnen uit een membraan en het cytoplasma; een celwand zoals bij bacteriën en bij planten ontbreekt. In het cytoplasma bevinden zich de overige celorganellen zoals golgiapparaat, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum.
Welke stoffen nemen dieren in hun cellen op?
Dieren en planten slaan hun voedingstoffen op in de vorm van suikers en vetten maar voordat deze kunnen worden gebruikt om energie te geven moet er eerst iets met de suikers en vetten gebeuren. De mitochondriën veranderen deze in ATP, dit is het stofje dat planten en dieren gebruiken om al hun werk te doen.
Wat zijn de celorganellen?
Een organel is een gespecialiseerd onderdeel van een eukaryotische cel met een bepaalde functie. Organellen zijn essentieel voor het laten verlopen van stofwisseling, het genereren van energie, het handhaven van structuur en instandhouding van het genetisch materiaal.
Hebben plantencellen een celkern?
Eukaryoten zijn alle organismen met een celkern, dus alle dieren, planten, schimmels en protisten.