Inhoudsopgave
- 1 Wat zijn de 11 Gezondheidspatronen van Gordon?
- 2 Wat is het patroon van Gordon?
- 3 Waarom de 11 Gezondheidspatronen van Gordon?
- 4 Welke classificatiesystemen kun je gebruiken bij een anamnese?
- 5 Wat is Zelfbelevingspatroon?
- 6 Wat is de Pesdie?
- 7 Wat moet er in een verpleegplan staan?
- 8 Wat zijn actuele en potentiele gezondheidsproblemen?
Wat zijn de 11 Gezondheidspatronen van Gordon?
De Gordon anamnese gaat uit van 11 gezondheids-categorieën (patronen) waarmee de zorgvragen opzich maar ook de invloed van de zorgvragen op elkaar in kaart worden gebracht. Een Gordon anamnese besteed ook aandacht aan hoe de patiënt zijn zorgvragen zelf beleeft.
Wat is het patroon van Gordon?
Denk hierbij aan individuele eet- en drinkpatronen, de dagelijkse eettijden, soorten en hoeveelheden geconsumeerd vocht en voedsel, voorkeuren voor bepaalde voedingsmiddelen en het gebruik van voedings- en vitaminesupplementen. Ook borstvoeding en het voedingspatroon van zuigelingen behoren tot dit patroon.
Wat zijn de Gezondheidspatronen?
Ordeningsprincipe, ontwikkeld door Gordon, dat als standaard anamnesestructuur kan worden gebruikt. Dit systeem bestaat uit elf anamnesegebieden, door Gordon Functional Health Patterns (in het Nederlands de functionele gezondheidspatronen) genoemd.
Waarom de 11 Gezondheidspatronen van Gordon?
De gezondheidspatronen zijn volgens Gordon functioneel omdat ze de gedragingen weergeven van mensen in hun behoefte in het welbevinden. Deze gedragingen zijn er op gericht om individuele en sociale behoeften te vervullen en om het individu zo gezond mogelijk te houden.
Welke classificatiesystemen kun je gebruiken bij een anamnese?
Dit zijn ordeningsmodellen, classificaties, methodieken, fasemodellen, stappenplannen etc. Bekende voorbeelden zijn GORDON en de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) (zie bijlag e F). Zoals eerder beschreven, zijn er verschillende instrumenten om een anamnese uit te voeren.
Wat zijn classificatiesystemen verpleegkunde?
Een classificatiesysteem is een referentiekader dat de verpleegkundige gebruikt om, als resultaat van de klinische besluitvorming, verpleegkundige zorg weer te geven (zie model Bulechek en McCloskey).
Wat is Zelfbelevingspatroon?
Het zelfbelevingspatroon betreft de wijze waarop iemand zichzelf ziet. Het gaat om de ideeën over de eigen persoon, de beleving van de eigen vaardigheden, zowel verstandelijk, gevoelsmatig als lichamelijk. Verder omvat het zelfbeeld het gevoel voor eigenwaarde en het algemeen patroon van emoties.
Wat is de Pesdie?
Een projectgroep van verpleegkundig wetenschappers, covid-verpleegkundigen en studenten verpleegkunde maakte voor elk probleem een verpleegplan, op basis van de PESDIE (Probleem, Etiologie Symptomen, Doel, Interventies, Evaluatie).
Wat is gezondheidsbeleving en instandhouding?
Het patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding omvat wat de zorgvrager van zijn gezondheid en welzijn vindt en hoe hij voor zijn gezondheid zorgt. Het gaat om de wijze waarop de zorgvrager zijn gezondheid beleeft in relatie met zijn huidige en toekomstige activiteiten.
Wat moet er in een verpleegplan staan?
Een verpleegplan bevat doelen welke verpleegkundige en cliënt, willen bereiken en een aanduiding van de tijd waarbinnen en de wijze waarop getracht wordt deze doelen te behalen. Verpleegplannen hebben als grondslag: De zorg- (medische) doelen. Continueren gewenst gedrag c.q. gezondheidstoestand.
Wat zijn actuele en potentiele gezondheidsproblemen?
De reactie van een zorgvrager op een potentieel of actueel gezondheidsprobleem wordt als probleem aan de verpleegkundige gepresenteerd in de vorm van een vraag of klacht. Als dit probleem valt binnen het verpleegkundig beroepsdomein dan spreekt men van een Verpleegprobleem.
Waar let je op bij een anamnese?
Fasen
- Verzamelen van gegevens. Gesprek: vaak wordt de initiële anamnese ondersteund met een (digitaal) formulier dat de zorgvrager of diens naasten onder begeleiding van een verpleegkundige tijdens het opnamegesprek kan invullen.
- Analyse (evaluatie van gegevens)
- Clusteren van gegevens.