Inhoudsopgave
Hebben autisten vrienden?
Een deel van de mensen met autisme heeft eigenlijk weinig behoefte aan vrienden. Maar dan is er vaak wel veel sociale druk om toch vriendschappelijk met mensen om te gaan.
Wat als je partner Asperger syndroom heeft?
Een volwassen Asperger kan geen relatie voor het leven opbouwen. Veel clinici zijn nog steeds van mening dat het niet kan. Men ziet daarbij echter wel iets over het hoofd. Mensen met autisme kunnen langs verstandelijke weg – stapje voor stapje – relationele vaardigheden ontwikkelen, in plaats van langs intuïtieve weg.
Hoeveel mensen hebben syndroom van Asperger?
Bijna 3 procent van de kinderen van 4 tot 12 heeft volgens de ouders of verzorgers autisme of een aanverwante stoornis, zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Dat komt overeen met zo’n 43 duizend kinderen. Deze stoornissen komen meer dan twee maal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes.
Wat is vriendschap autisme?
Vriendschap is vaak iets heel specifieks voor kinderen met autisme. Zo denken ze soms dat vrienden hebben betekent dat je er minstens vier hebt. Of dat een vriend iemand is die enkel met hen speelt en niet met andere kinderen.
Hoe moet je omgaan met mensen met Asperger?
Het syndroom van Asperger is een van de vormen van autisme spectrum stoornis. Het omgaan met anderen is lastig, maar door training wordt mensen met Asperger geleerd om te gaan met hun beperkingen. Het is niet te genezen.
Heb ik het syndroom van Asperger?
Kenmerken van de stoornis van Asperger
- Contact met anderen. De sociale interactie en contacten verlopen moeizaam.
- Taal en non-verbale communicatie.
- Hobby’s, interesses en activiteiten.
- Gevoeligheid voor geluiden, geuren en aanrakingen.
- Motorische onhandigheid.
Hoe weet ik of ik Asperger heb?
Kenmerken van de stoornis van Asperger Zij vinden het moeilijk zich in te leven in anderen. Oogcontact kan vermeden worden. Sociale regels en gebruiken worden vaak niet begrepen of gevolgd. Soms sluiten zij zich af voor de buitenwereld.
Hoe weet je of iemand Asperger heeft?
Symptomen. Ze zijn bijvoorbeeld erg in zichzelf gekeerd of maken geen oogcontact met anderen; ze kunnen zich moeilijk inleven in andere mensen. Ze herkennen vaak geen gezichtsuitdrukkingen (boos, blij, verdrietig), hun taalontwikkeling is vaak vertraagd en afwijkend; ze nemen figuurlijke uitspraken letterlijk.