Inhoudsopgave
- 1 Hoe bereken je biologische beschikbaarheid?
- 2 Waarvan is de tijd tussen inname en effect afhankelijk?
- 3 Hoe bereken je renale klaring?
- 4 Welke toedieningsvormen zijn er?
- 5 Hoe lang blijven medicijnen in je maag?
- 6 Wat is een halfwaardetijd medicatie?
- 7 Hoe noem je het plaatselijk toedienen van medicatie?
- 8 Hoe bereken je de GFR?
Hoe bereken je biologische beschikbaarheid?
De biologische beschikbaarheid (F) is gelijk aan de verhouding van de oppervlakten onder de curve ‘plasmaconcentratie vs. tijd’ na orale toediening en na intraveneuze toediening (AUC).
Waarvan is de tijd tussen inname en effect afhankelijk?
De gemiddelde tijd die nodig is om de maximale concentratie te bereiken wordt Tmax genoemd. De concentratie van het geneesmiddel in het bloed (plasmaconcentratie) bepaalt uiteindelijk het effect van het geneesmiddel (zie onderstaande figuur) Een te hoge concentratie maakt de kans op bijwerkingen groter.
Welke toedieningsvorm werkt het snelst?
Bij intraveneuze toediening wordt het farmacon rechtstreeks in het veneuze vaatstelsel gebracht. Op deze wijze wordt het snelst een systemisch effect bewerkstelligd en deze route is vaak een eerste keuze bij levensbedreigende situaties.
Hoe bereken je renale klaring?
Een maat voor de nierfunctie is bijvoorbeeld de creatinineklaring, het volume bloedplasma dat door de nieren per minuut wordt ontdaan van de door het lichaam geproduceerde stof creatinine, een afvalproduct van de stofwisseling in de spieren. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in de glomerulaire filtratiesnelheid.
Welke toedieningsvormen zijn er?
Vormen van geneesmiddelen
- Oraal (via mond en slokdarm) – denk aan tabletten, dragees, capsules, drankjes, poeders, etc.
- Intraveneus (dmv injectie in een ader)
- Intramusculair (injectie in een spier)
- Subcutaan (onderhuidse injectie)
- Rectaal (via de anus) – bijvoorbeeld met een zetpil of een klysma.
Wat is een first pass effect?
Dat een deel van een oraal gegeven geneesmiddel verloren gaat door metabolisatie in de darmwand en de lever, wordt het ‘first-passeffect’ genoemd. Dit deel van de dosis bereikt dus niet de algemene circulatie.
Hoe lang blijven medicijnen in je maag?
Bij acetylsalicylzuur (het kinder aspirientje) wordt de stolling van de bloedplaatjes wel 3 dagen geremd, terwijl de stof dan al lang uit het bloed is. Een maagzuurremmer zoals omeprazol is na een uur of 8 wel uit het bloed, maar de werking houdt 24 uur aan.
Wat is een halfwaardetijd medicatie?
De halfwaardetijd is de tijd die nodig is om de helft van het in het bloed aanwezige geneesmiddel af te breken.
Welke toedieningsvormen geschikt zijn voor systemische toediening van een geneesmiddel?
Bij systemische toediening kan de medicatie op verschillende manieren gegeven worden zoals oraal (via de bek) of parenteraal (buiten het maagdarmkanaal om via een injectie). Na opname wordt het middel door het lichaam getransporteerd. Het belangrijkste transport- middel is het bloed.
Hoe noem je het plaatselijk toedienen van medicatie?
De toediening kan grofweg worden ingedeeld in drie groepen: topisch (lokaal/plaatselijk), enteraal (via het maag-darmkanaal) en parenteraal (door injectie of infuus).
Hoe bereken je de GFR?
In het ziekenhuis wordt de GFR bepaald door de benaderende bepaling van de kreatinineklaring (zie ook klaring (medisch)). De klaringswaarde kan worden bepaald door: meten van de GFR via het bloed en urine. berekenen of schatten van de eGFR (estimated GFR) via het bloed.
Is creatinineklaring GFR?
De uitscheiding van afvalstoffen kan op twee manieren geschat worden, namelijk door de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) of door de creatinineklaring in bloed- en urineonderzoek te meten. De GFR-waarde en creatineklaring geven aan hoe goed de nieren functioneren en in welk stadium de nierziekte zich bevindt.
De biologische beschikbaarheid (F) is gelijk aan de verhouding van de oppervlakten onder de curve (‘area under curve’; AUC) ofwel ‘plasmaconcentratie vs. tijd’, na bv. orale toediening en meestal afgezet tegen die van intraveneuze toediening (per definitie 100% biologische beschikbaarheid).