Inhoudsopgave
Hoe bereken je de hoogte van een driehoek uit?
hc = a * sin(hoek B) Voor wat betreft de hoogte van een driehoek kunnen we het volgende stellen: De driehoogtelijnen van een driehoek snijden elkaar in het hoogtepunt. Bij een rechthoekige driehoek zijn twee van de drie hoogtelijnen gelijk aan twee van de zijden van de driehoek.
Wat bereken je met Sin Cos Tan?
Methode
- Sinus: sin (∠A)= overstaande rechtshoekzijde van∠A schuine zijde=BCAC.
- Cosinus: cos (∠A)= aanliggende rechtshoekzijde van∠A schuine zijde=ABAC.
- Tangens: tan (∠A)= overstaande rechtshoekzijde van∠A aanliggende rechtshoekzijde van∠A=BCAB.
- De laatste belangrijke stap is om het aantal graden van de hoek uit te rekenen.
Hoe reken je hoogte uit?
Reken eerst het kwadraat uit van c en a door deze met zichzelf te vermenigvuldigen. Trek vervolgens a2 af van c2. Bepaal de wortel van b2 om de hoogte te vinden van de driehoek! Gebruik de wortelfunctie op je rekenmachine om Sqrt(2 te vinden. Het antwoord is de hoogte van je gelijkzijdige driehoek!
Wat zijn de driehoeken van een driehoek?
De beide hoeken die aan de derde zijde grenzen (de basishoeken) zijn aan elkaar gelijk. gelijkzijdige driehoek: alle zijden zijn even lang. De drie hoeken zijn ook even groot, namelijk 60°. Verder is vanuit ieder hoekpunt de zwaartelijn tevens de bissectrice en de hoogtelijn.
Wat is een scherpe driehoek?
scherpe (scherphoekige) driehoek: alle hoeken zijn kleiner dan 90 graden. rechthoekige driehoek: een van de hoeken is 90 graden. stompe (stomphoekige) driehoek: een van de hoeken is groter dan 90 graden. Indeling op basis van de zijden
Wat is de basis van het berekenen van zijde?
De basis van het berekenen van hoeken en lengtes van zijde is het werken met de cosinus, sinus en tangens, drie functies op je rekenmachine. Vaak leer je als eerste aan de hand van twee lengtes van zijdes het aantal graden van een hoek te berekenen. Dit doe je met de onderstaande formules. Sinus = overstaande zijde / schuine zijde.
Hoe is de som van een driehoek steeds 180 graden?
Pythagoras bewees dat de som van de hoeken van een driehoek steeds 180 graden is, al denkt men dat de ontdekking gedaan werd door een leerling van hem en uit respect aan Pythagoras werd toegeschreven. {displaystyle alpha +beta +gamma =180^ {circ }}