Inhoudsopgave
Hoe deel ik decimale getallen?
Bijvoorbeeld de uitkomst van 3,12 · 0,4 krijgt 3 getallen achter de komma. Want 3,12 heeft 2 getallen achter de komma en 0,4 heeft 1 getal achter de komma. Samen geeft dat dus 2 + 1 = 3 getallen achter de komma. Vervolgens vermenigvuldig je van rechts naar links zoals te zien in het voorbeeld.
Hoe moet je cijferend vermenigvuldigen met kommagetallen?
Bij de sommen waarbij het kommagetal vermenigvuldigd mag worden met 100, gaat de komma 2 plaatsen naar rechts. 100 x 0,349 = 034,9 = 34,9. Ook omgekeerd is dit hetzelfde antwoord: 0,349 x 100 = 34,9.
Hoeveel getallen achter de komma?
2 Antwoorden. Het meest gebruikelijk is om met drie cijfers achter de komma te werken. mits die mate van nauwkeurigheid gerechtvaardigd is gegeven je meetprocedure. Zet een 0 voor de punt of komma als het ook een andere getal zou kunnen zijn.
Hoe heten de cijfers achter de komma?
Een kommagetal is een getal dat niet heel is. Het is een breuk. Voor de komma staan de helen, achter de komma staat de breuk. De cijfers achter de komma staan voor de tienden, honderdsten, duizendsten, enzovoort.
Hoe reken je Keersommen met komma?
Doe zo’n som in meerdere stappen:
- Let bij de eerste stap niet op de komma. 144 x 2 = 288.
- Tel nu hoeveel cijfers er in totaal achter de komma staan: – bij 1,44 staan twee cijfers achter de komma. – bij 0,2 staat één cijfer achter de komma.
- Zet bij het antwoord ook drie cijfers achter de komma: 1,44 x 0,2 = 0,288.
Hoe moet je cijferen met maal?
- Bij cijferend vermenigvuldigen noteer je de getallen onder elkaar.
- Tienduizendtallen, duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Vermenigvuldig eerst de eenheid met de bovenste rij.
- Vermenigvuldig daarna het tiental met de bovenste rij.
Hoe deel je door 0?
Delen door nul is bij het gewone rekenen niet toegestaan als rekenkundige bewerking. Het gaat om een deling waarbij de deler het getal nul is. Bij het gewone rekenen kan geen zinnige betekenis gegeven worden aan het resultaat van een deling door nul.
Hoe rond je goed af?
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.