Inhoudsopgave
Hoe gebeurt het vaststellen van dementie?
Het vaststellen van dementie gebeurt niet van de een op de andere dag. Vaak gaat er een periode van onzekerheid aan vooraf. De eerste stap richting een diagnose is een bezoek aan de huisarts. Vermoedt de huisarts dat er daadwerkelijk sprake is van dementie, dan verwijst hij door naar een specialist.
Wat is onderzoek naar dementie?
De Hersenstichting maakt al jaren onderzoek mogelijk naar dementie. Dit kan gaan om onderzoek naar risicofactoren voor dementie, onderzoek om achter de oorzaak te komen, of onderzoek naar de behandeling van dementie. Onderzoek is belangrijk. Door wetenschappelijk onderzoek over de hele wereld is er in de afgelopen decennia al veel geleerd.
Welke ziektes veroorzaakt dementie?
De bekendste ziektes waardoor dementie veroorzaakt wordt, zijn: de ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie. Frontotemporale dementie (FTD) Lewy body dementie. Omdat de kenmerken van deze ziektes verschillen, bestaan er ook verschillende soorten dementie.
Kan dementie genezen worden?
Dementie is (nog) niet te genezen. Met de juiste behandeling kunnen de achteruitgang en symptomen wel worden geremd. Dit kan soms met medicatie. Daarnaast is er nog veel dat gedaan kan worden om zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan.
Wat is de kans om dementie te krijgen?
De kans om dementie te krijgen, stijgt sterk met de leeftijd; in de leeftijdsgroep 60-64 jaar is de incidentie van dementie 0,4 per 1000 patiënten per jaar, bij patiënten > 85 jaar is dit 26,5.
Wat is de eerste stap naar een diagnose dementie?
De eerste stap richting een diagnose is een bezoek aan de huisarts. Vermoedt de huisarts dat er daadwerkelijk sprake is van dementie, dan verwijst hij door naar een specialist. De specialist stelt uiteindelijk vast of er sprake is van dementie en welke ziekte de dementie veroorzaakt.
Wat zijn de signalen van dementie?
Veelvoorkomende signalen van dementie zijn geheugenklachten, sociaal onaangepast gedrag en stoornissen in de uitvoerende functies. Wees alert op minder specifieke signalen, zoals: schaafwonden, schrammen of blaren. valneiging en/of loopstoornissen. affectieve klachten, zoals apathie, depressie en angst.