Hoe heet het onderdeel wat gaat gloeien in een gloeilamp?

Hoe heet het onderdeel wat gaat gloeien in een gloeilamp?

De gloeidraad of filament is een veelal spiraalvormige draad van een speciaal metaal (wolfraam of constantaan) dat zowel een hoog smeltpunt bezit als een wat hogere soortelijke weerstand voor elektrische stroom.

Waarvan is een gloeilamp gemaakt?

Een gloeilamp is een lichtbron waarbij in een zuurstofarme glazen bol een gloeidraad door een elektrische stroom van een spanningsbron wordt verhit zodat deze licht gaat uitstralen. De gloeidraad bestaat uit het overgangsmetaal wolfraam dat een zeer hoge smelttemperatuur kent.

Welk gas wordt gebruikt in een gloeilamp?

In de bol van een gloeilamp zit dan ook geen zuurstof. Gloeilampen werden eerst vacuüm gemaakt, maar later werd ontdekt dat door de lampen met argon gas te vullen er een helderder licht ontstaat en de lamp ook langer mee gaat. Daarnaast helpt argon gas ook tegen de verdamping van het materiaal van de gloeidraad.

Waarom gaat een gloeilamp kapot?

Nu moet ik weten, waardoor gloeilampen, spaarlampen en led lampen eigenlijk kapot gaan. Bij de gloeilamp is dit simpel: De gloeidraad, gemaakt van wolfraam, verdund naarmate de lamp steeds in- en uitgeschakeld wordt en langzaam tijdens het branden van de lamp zelf.

Waar is een gloeidraad van gemaakt?

gloeidraad – Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) is een dunne draad van een speciaal metaal (wolfraam of constantaan) die zowel een heel hoog smeltpunt bezit als ook een wat hogere soortelijke weerstand voor elektrische stroom.

Waar zet een gloeilamp energie in om?

Een gloeilamp zet de elektrische energie om in 5% licht en 95% warmte. Dit is dus niet zo efficiënt. We noemen de nuttige energie rendement en de energie die we niet gebruiken noemen we verlies. Een gloeilamp heeft dus een rendement van 5% en een verlies van 95%.

Wie is de uitvinder van de lamp?

Maar de struikelblokken waren nog steeds: veel warmte, weinig licht en een korte levensduur. En hier komt Thomas Alva Edison in beeld. In 1880 gebruikt hij de voorkennis en bouwt hij de eerste gloeilamp met een Japanse bamboedraad.

Wie is de echte uitvinder van de gloeilamp?

Het enige verschil tussen de lamp van Swan en de lamp van Edison was dat die van Edison geschikt was voor grootschalig gebruik. Daarom kreeg Edison in Amerika het patent op dit product. Hierdoor wordt Thomas Edison gezien als de uitvinder van de gloeilamp.

Waar gebruik je een gloeilamp voor?

Gloeilampen worden nog steeds veel gebruikt in spots, bijvoorbeeld in theaters, of in ruimtes waar het licht slechts korte tijd aan staat, zoals op toiletten, bergruimte, etc. Het meest voor de hand liggende alternatief voor de gloeilamp is de spaarlamp.

Waar wordt een gloeilamp voor gebruikt?

De (klassieke) gloeilamp wordt nog steeds het meest gebruikt voor binnenverlichting. In een halogeenlamp wordt de verdamping van de gloeidraad tegengegaan door de ballon te vullen met een inert gas onder hoge druk. Om die druk te kunnen weerstaan heeft de lamp een veel kleinere ballon.

Waarom springt een lamp?

De lamp ‘springt’ omdat ten gevolge van de hitte een deel van het metaal verdampt. Na verloop van tijd is de draad zo dun dat die doorsmelt. Vanwege de piekstroom die ontstaat tijdens het aanschakelen, zal dit ‘springen’ meestal gebeuren op het ogenblik dat je de lamp aanschakelt.

Wat is een gloeilamp?

Gloeilamp. Een gloeilamp is een lichtbron waarbij in een zuurstofarme glazen bol een gloeidraad door een elektrische stroom van een spanningsbron wordt verhit zodat deze licht gaat uitstralen. De gloeidraad bestaat uit het overgangsmetaal wolfraam dat een zeer hoge smelttemperatuur kent.

Wat zijn de uitvinders van de gloeilamp?

Naast Edison worden ook de Rus Alexander Lodygin (1872) en vooral de Engelsman Joseph Swan (1878) genoemd als uitvinder van de gloeilamp. Op 24 juli 1874 werd in Canada patent verleend aan Henry Woodward en Mathew Evans voor een lamp bestaande uit koolstof staven gemonteerd in een met stikstof gevulde glazen cilinder.

Wat is het rendement van een gloeilamp?

Het rendement van de gewone gloeilamp ligt tussen 5 en 10%, dat wil zeggen bij een 100 W lamp, wordt slechts 5 tot maximaal 10 watt omgezet in zichtbaar licht. De rest gaat verloren in de vorm van onzichtbare warmte, vooral stralingswarmte (infrarood ‘licht’). Als een gloeilamp in een verwarmde ruimte hangt is deze warmte echter niet zinloos.