Inhoudsopgave
Hoe herken je de 4e naamval?
De vierde naamval (accusatief)
- Altijd na de voorzetsels bis, durch, entlang, für, gegen, ohne, um.
- Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.
- Na de werkwoorden bitten, es gibt en fragen.
- Na de werkwoorden sprechen über, denken an, (sich) erinnern an en schreiben an.
Welke voorzetsels horen bij de 4e naamval?
Je gebruikt de vierde naamval na een van de volgende voorzetsels:
- bis (tot)
- durch (door)
- für (voor)
- gegen (tegen)
- ohne (zonder)
- um (om)
- entlang (langs)
Welke woorden behoren tot de ein groep?
Schema EIN-groep
- 1 HIJ. onderwerp. nominatief. ein Mann. eine Frau. ein Kind. keine Kinder.
- 2 VAN. bezit. genitief. eines Mannes.
- 3 AAN. meew. voorwerp. datief. einem Mann. einer Frau. einem Kind. keinen Kindern.
- 4 HEM. lijd. voorwerp. accusatief. einen Mann. eine Frau. ein Kind. keine Kinder. Behalve ein(e) en kein..
Welke naamval na an?
Als na bis een van de voorzetsels met de 3e of 4e naamval staat (an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen) krijg je altijd de 4e naamval.
Welke naamval is plaatsbepaling?
Bij de keuzevoorzetsels moet je dus kiezen welke naamval je gaat gebruiken: de derde of de vierde naamval. Het voorzetsel, gevolgd door de derde naamval, drukt uit dat je ergens bent.
Wat zijn de 4 naamvallen?
1. Wat zijn naamvallen? Top
- de eerste naamval of nominatief, die het onderwerp of het naamwoordelijk deel van het gezegde uitdrukt;
- de tweede naamval of genitief, ter uitdrukking van een relatie met een zelfstandig naamwoord (bijvoorbeeld een bezits- of afhankelijkheidsrelatie) ;
Wie Duits 4e naamval?
Naamvallen | vraagwoorden / vragende voornaamwoorden
| 1 | wer* | onderwerp/hij |
|---|---|---|
| 4 | wen | lijdend voorwerp/hem |
| 3 | wem | meewerkend voorwerp/aan |
| 2 | wessen | van wie (wiens) |
Welke naamval na Gegen?
Voorzetsels
| 3e Naamval | Vertaling | 4e Naamval |
|---|---|---|
| Mit | Met | Bis |
| Nach | Na | Durch |
| Bei | Bij | Für |
| Seit | Sinds | Gegen |
Hoe weet je of een woord bij de Der of ein-groep hoort?
De uitgangen van de lidwoorden of woorden als diese, welche, enzv veranderen, afhankelijk van het geslacht van het zelfstandignaamwoord dat er bij hoort: Mannelijk: R (der, dieser) Vrouwelijk: E (die, diese) Onzijdig: S (das, dieses) Meervoud: E (die, diese) Dit was de DER-groep Er is ook een EIN-groep Hierbij horen …
Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
De bezittelijke voornaamwoorden in het Duits dein = jouw, je. sein = zijn. ihr = haar. unser = ons, onze.
Welke naamval is Dativ?
‘Der Dativ’ is de derde naamval in het Duits. Het wordt gebruikt voor het meewerkend voorwerp. Je weet of iets een meewerkend voorwerp is door te kijken of je er aan/voor voor kunt plakken.
Welke naamval bij tijdsbepaling Duits?
Een tijdsbepaling zonder voorzetsel staat altijd in de 4e naamval.