Inhoudsopgave
Hoe komt het dat we verschillende seizoenen hebben?
Seizoenen bestaan omdat de aarde scheef staat. Als je een lijn zou trekken van de Noordpool naar de Zuidpool, dan zou deze lijn scheef staan en een hoek van 23.5 graden maken. Dat betekent dat in de loop van een jaar, de hoeveelheid zonlicht die op de aarde valt op elke plek anders is. En daarom hebben we seizoenen.
Wat zijn de 4 klimaatzones?
De klimaatzones
- tropisch regenklimaat. tropisch regenwoudklimaat. savanneklimaat.
- droog klimaat. steppeklimaat. woestijnklimaat.
- zeeklimaat. Middellands zeeklimaat.
- landklimaat. gematigd landklimaat (met neerslag in alle seizoenen)
- sneeuw- en ijsklimaat (koud klimaat) toendraklimaat.
Hoeveel verschillende klimaten zijn er?
Er bestaan vijf soorten klimaten op de aarde, dat zijn tropisch klimaat, droog klimaat, zeeklimaat, landklimaat en polair klimaat.
Waarom is het zomer en winter?
Er zijn seizoenen omdat de aarde rondjes draait rond de zon (1 rondje = 1 jaar) én scheef staat ten opzichte van de zon. Omdat de aarde om de zon draait is in de zomer het noordelijke deel het meest naar de zon gekanteld, en in de winter het zuidelijke deel.
Hoe ontstaat een klimaatzones?
Het klimaat binnen een gebied wordt beïnvloed door allerlei specifieke eigenschappen van het gebied en factoren uit de omgeving zoals de intensiteit van het zonlicht, de ongelijke verdeling van land en water, de overheersende wind in het gebied, oceaanstromingen, aanhoudende hoge of lage luchtdruk en de aanwezigheid …
Wat is de wintermaand?
Volgens de klimatologische indeling is de winter dus al op 1 december begonnen en duurt het seizoen tot met 28 of 29 februari. Voor andere berekeningen, zoals het koudegetal van Hellmann wordt ook de kou in voor- en nawinter, in de maanden november en maart, meegerekend.
Wat zijn de verschillende klimaten op de wereld?
Deze zijn ingedeeld per hoofdklimaat: tropisch, droog, zee, land en koud.
- Tropische klimaten (A)
- Droge (aride) klimaten (B)
- Zeeklimaten (maritiem) (C)
- Landklimaten (continentaal) (D)
- Koude klimaten (E)