Inhoudsopgave
Hoe kun je olieverf herkennen?
Olieverf heeft als bijzondere eigenschap dat ze langzaam droogt. Dat komt doordat het pigment door olie heen is gemengd. Het kan wel enkele weken duren voordat een dikke klodder verf helemaal droog is. Daarin verschilt olieverf sterk van acrylverf.
Waarom schilderen met olieverf?
Waarom zou je dan toch voor olieverf kiezen als deze zo langzaam droogt? Ten eerste blijft de verf op het doek na droging precies hetzelfde als hoe je hem hebt opgebracht. Er vindt geen volumeverlies of kleurverandering plaats en de penseelstreek blijft behouden.
Wat heb je nodig voor schilderen met olieverf?
HET OPBRENGEN VAN DE VERF. In olieverf zijn in principe twee technieken mogelijk: ‘alla prima’ en ‘gelaagd schilderen’. Alla prima wil zeggen dat het schilderij ‘nat-in-nat’ wordt geschilderd. Bij deze techniek worden de kleuren behalve op het palet ook op het schilderij zelf gemengd en nat tegen en over elkaar gezet.
Hoe maak je olieverf?
Olieverf wordt gemaakt van een drogende olie, pigment. De meest gebruikte oliën zijn lijnolie en saffloerolie. Hoe fijner het pigment in de olie wordt verdeeld, hoe hoger de kleurkracht van de verf.
Waar schilder je olieverf mee?
Voor oplossen en verdunnen van olieverf wordt meestal terpentijn of terpentine gebruikt. Terpentijnolie is balsem die uit pijnbomen wordt getapt en daarna gedistilleerd wordt.
Wat doet Retoucheervernis?
Retoucheervernis dient om tijdens het maken van een schilderij of vrijwel direct na het voltooien eventuele matte, ingeschoten plekken weer op de juiste glansgraag te brengen. Door de ingeschoten plekken (als ze goed handdroog zijn) zeer dun te behandelen met retoucheervernis komen glans en kleur weer terug.
Waarom glaceren?
Waarom glaceren Glaceren is een techniek waarmee je heel veel diepte, ja zelfs driedimensionaliteit kunt suggereren. Daarnaast verkrijg je heel diepe kleuren die lijken te leven. Dit laatste effect komt omdat licht door het glacis heen kan schijnen en weerkaatst op de onderliggende kleuren.