Inhoudsopgave
Hoe lang duurt herstel na osteotomie?
De herstelperiode na een osteotomie beslaat drie maanden. Met oog op uw herstel adviseren we u om niet te roken na de operatie. De meeste patiënten zijn tevreden na de behandeling. Als u vragen heeft over het te verwachten resultaat kunt u dit uiteraard bespreken met uw behandelend orthopeed.
Wat doen tegen artrose heup?
In het kort
- Bij artrose verandert het kraakbeen in uw heupgewricht.
- De klachten zijn pijn en stijfheid in de heup, vooral ’s ochtends.
- Het is belangrijk om te blijven bewegen, maar overbelasting te voorkomen.
- Pijnstillers kunnen klachten verminderen.
- Bij erge klachten kan een injectie of operatie soms helpen.
Wat is een osteotomie?
Een osteotomie betekent letterlijk het doorzagen van het bot. Een osteotomie rond de knie is een kanteloperatie dat als doel heeft de as (de stand) van het been te veranderen.
Wat is Tibiakop osteotomie?
Het doel van de osteotomie is het veranderen van de stand van het been. Een tibiakop osteotomie (ook wel open-wig osteotomie) wordt toegepast bij beschadiging van het kraakbeen in het kniegewricht. Belasting van de plaats van de beschadiging veroorzaakt pijnklachten.
Wat is osteotomie onderkaak?
Een chirurgische kaakcorrectie (osteotomie) is een methode om een afwijkende stand van uw kaak te corrigeren met een operatie. Hiermee willen we een functioneel evenwicht bewerkstelligen tussen uw kauwspieren, de rij tanden en kiezen van uw onder- en bovenkaak, uw luchtwegen en gelaatsuitdrukking.
Wat is een Valgiserende knie?
Bij de meeste mensen (9 van de 10) is het binnenste deel van de knie het meest aangedaan. Het is dan aan te raden om een kniebrace te dragen in het dagelijks leven of tijdens sport die het buitenste deel van knie meer belast en de binnenzijde ontlast. Zo’n brace heet een valgiserende brace.
Wat is Valgiserend?
Een valgiserende kniebrace dient te worden voorgeschreven door een orthopedisch chirurg, revalidatiearts of sportarts. Een valgiserende kniebrace beoogt een gewrichtsvervangende operatie zo lang mogelijk uit te stellen, vooral bij de relatief jonge en actieve patiënt.