Hoe leg je naamvallen uit?

Hoe leg je naamvallen uit?

Tip 3: De functie van de naamvallen is hetzelfde als in het Nederlands

1e naamval centrum van de zin Der Mann kauft das Auto.
2e naamval NL = van (bezittelijk) Das Auto des Mannes ist rot.
3e naamval NL = aan Der Mann gibt der Frau das Auto.
4e naamval object Der Mann gibt der Frau das Auto.

Hoe bepaal je een naamval?

De Duitse naamvallen kunnen door drie factoren bepaald worden: door de grammaticale functie van het zinsdeel (ontleden) – onderwerp en naamwoordelijk deel = eerste naamval (Nominativ); lijdend voorwerp en tijdsbepaling zonder voorzetsel = vierde naamval (Akkusativ); meewerkend voorwerp = derde naamval (Dativ) …

Hoe werkt de 2e naamval?

De 2e naamval komt het meest voor tussen twee zelfstandige naamwoorden: bijv….2e naamval.

de auto van de buurman
de klacht van deze klant
de veters van mijn schoenen
zelfstandig naamwoord hier krijg je in het Duits een 2e naamval zelfstandig naamwoord

Wat is 3de naamval?

3. de derde naamval of datief, voor de functie van meewerkend voorwerp, ondervindend voorwerp of belanghebbend voorwerp of na bepaalde voorzetsels; 4. de vierde naamval of accusatief, voor de functie van lijdend voorwerp of na bepaalde voorzetsels.

Wat is de 7 2 regel?

Dan maak je gebruik van de 7/2 regel. Deze regel houdt in dat ‘auf’ en ‘über’ een 4e naamval krijgen, en de overige 7 voorzetsels een 3e naamval.

Wat zijn de 4 naamvallen?

Naamval

  • Nominatief.
  • Genitief.
  • Datief.
  • Accusatief.

Hoe vind je eerste naamval?

De eerste naamval (nominatief) Alle Duitse woorden hebben een geslacht (m, v of o). Als we deze woorden in zinnen gaan gebruiken, wordt een m-woord in een zin der. Bijvoorbeeld: Ich bin der Chef.

Hoe weet je of het 3e of 4e naamval is?

Der Wirt steht hinter der Theke. Wir werfen einen Blick hinter die Kulissen….

derde naamval Waar? dezelfde situatie, je kunt een dia maken. Wanneer? in zinsneden met voorzetsel.
vierde naamval Waarheen? veranderende situatie, je kunt een video maken. Als het werkwoord een richting aangeeft: auf die Uhr schauen

Hoe weet je of iets 3e of 4e naamval is?

Wat is 4e naamval Duits?

De vierde naamval (accusatief) De vierde naamval wordt gebruikt voor lijdende voorwerpen. Ook wordt deze naamval gebruikt: Altijd na de voorzetsels bis, durch, entlang, für, gegen, ohne, um. Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.

Is MIT 3e naamval?

De derde naamval wordt gebruikt: Voor het meewerkend voorwerp (aan, voor). Altijd na de voorzetsels aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, außer en gegenüber. Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.

Wat zijn de Keuzevoorzetsels?

Je gaat ergens naar toe of je gaat iets doen. Zo weet je dus dat in een zin met een keuzevoorzetsel, waarbij een beweging of een handeling plaatsvindt, je de vierde naamval moet gebruiken, terwijl je de derde naamval gebruikt als er eigenlijk niet zoveel gebeurt in de zin.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven