Inhoudsopgave
Hoe maak je een Vectorvoorstelling?
Een willekeurig punt van lijn l heeft dan plaatsvector: Waarbij λ één of ander willekeurig getal is. Deze manier van een lijn noteren heet een vectorvoorstelling van een lijn. Neem je bijvoorbeeld λ = 3 dan kom je in punt (5, 15) en neem je λ = -2 dan kom je in (0, 5); beide zijn inderdaad punten van de lijn.
Hoe bepaal je de Normaalvector?
Een normaalvector is een vector die loodrecht staat op een gegeven lijn. Een lijn met richtingsvector →r = (rxry) ( r x r y ) heeft normaalvector →n = (ry−rx) ( r y – r x ) of een veelvoud ervan.
Hoe bepaal je de Richtingsvector van een lijn?
Een richtingsvector geeft alleen een richting aan. De grootte is dan niet belangrijk. De richting van een rechte lijn y=ax+b wordt bepaald door de rico = a. Als vector geef je die aan met de getallen (1,a).
Hoe teken je vectoren?
Je kunt de somvector tekenen door een lijn door B te tekenen die parallel loopt aan vector a en een lijn door A die parallel loopt door vector b. Het punt waar deze lijnen elkaar kruisen is de somvector van vector a en b. Je kunt ook een vector met een getal vermenigvuldigen.
Wat zijn tegengestelde vectoren?
Vectoren zijn gerichte lijnstukken. Een gelijkgerichte vector zou bijvoorbeeld (6,8) kunnen zijn, een andere lengte, maar dezelfde richting. De tegengestelde vector van (3,4) is (-3,-4). Dezelfde grootte, maar de tegenovergestelde richting.
Hoe maak je een hoogte lijn?
Om een hoogtelijn te tekenen moet je met je geodriehoek loodrecht op een zijde gaan staan en deze vervolgens naar de overstaande hoek bewegen. Wel moet je er op letten dat je geodriehoek nog steeds loodrecht op de zijde staat! Als dit het geval is kun je de lijn gaan tekenen.
Wat is de eerste bissectrice?
De eerste bissectrice is de grafiek van , dus de rechte met vergelijking . Spiegelen ten opzichte van die bissectrice komt overeen met en omwisselen: het punt wordt gespiegeld naar het punt .