Inhoudsopgave
Hoe moet je omgaan met een trauma?
Dit kunt u doen op de volgende manieren:
- Laat herinneringen toe: Sta af en toe stil bij de gebeurtenis.
- Praat erover: Praat over de traumatische gebeurtenis met mensen die u kunt vertrouwen, zoals familieleden of vrienden.
- Pak uw rustmomenten: Kies bewust de momenten uit waarop u even tot rust kunt komen.
Wat doet trauma met je?
Traumatische ervaringen kunnen leiden tot problemen in het omgaan met uzelf en anderen. U heeft bijvoorbeeld minder controle over uw gevoelens en gedrag. Er is sprake van een grotere kwetsbaarheid of gevoeligheid. Sommige mensen trekken zich terug en zijn somber.
Hoe voorkom je trauma?
Vermijden: Je gaat situaties uit de weg die je aan de traumatische ervaring doen denken. Zo bescherm je jezelf tegen de heftige emoties. Je ‘vergeet’ de hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit.
Wat zijn de kenmerken van kinderen met trauma?
Vanaf groep zeven of acht, en soms al eerder, beginnen de kenmerken bij kinderen met trauma te lijken op die van volwassenen. Angst, hulpeloosheid en opgewonden gedrag komen voor, maar ook vermijding van prikkels, afvlakking van emoties, desinteresse, concentratieproblemen en verhoogde waakzaamheid.
Is er sprake van enkelvoudig trauma?
Er zijn twee verschillende soorten trauma’s. Bij het eerste soort is er één keer iets gebeurd wat traumatisch is geweest voor jou. Dit heet een enkelvoudig trauma. Bij het tweede soort heb je meerdere nare ervaringen gehad over een langere periode. Dit heet een meervoudig of complex trauma. Enkelvoudig trauma
Wat zijn de fases van traumaverwerking?
Fases van traumaverwerking. Traumaverwerking kent drie verschillende fases. Hoe iedere fase er precies uitziet hangt af van de ernst en aard van jouw trauma en hoe jij bent als persoon. Sommigen zullen misschien zelfs de eerste of laatste fase niet nodig hebben. Fase 1: Stabilisatie. In deze fase leer je meer omgaan met jouw gevoelens.
Wat is secundaire traumatisering?
Op een indirecte manier getraumatiseerd raken wordt secundaire traumatisering genoemd: een verschijnsel waardoor partners, kinderen, andere familieleden, collega’s op het werk, maar ook psychotherapeu-ten van overlevenden van oorlogsgeweld of van incestslachtoffers getroffen kunnen worden.