Inhoudsopgave
Hoe ontstaat een Bastvat?
De bastvaten bestaan, in tegenstelling tot houtvaten, uit levende cellen zonder celkern. De wanden van de cellen verdwijnen niet helemaal, maar er ontstaan gaten in. Als de bastvaten dood zijn, worden ze dichtgedrukt. Bastvaten zorgen voor het transport van glucose in de plant, dit gebeurt door middel van osmose.
Wat is de sapstroom?
De sapstroom naar beneden bevat suikers die zijn gevormd bij de fotosynthese in de bladeren en voedt de wortels en laat deze groeien. De neerwaartse sapstroom loopt via het bastweefsel of floëem, direct onder de schors, aan de buitenkant van het cambium.
Wat vervoeren Zeefvaten?
De zeefvaten vervoeren suikers en voedingselementen van het blad naar de overige delen van de plant waaronder groeipunten, bloemknoppen en vruchten. Houtvaten en zeefvaten voeden dus alle plantendelen. Door de grote verdamping vindt een sterke aanzuiging plaats van water vanuit de houtvaten.
Wat is opwaartse sapstroom?
opwaartse sapstroom Door verdamping van water via de huidmondjes, [ daalt ] [ stijgt ] de concentratie van water in de parenchymcellen rondom de huidmondjes. Waardoor uiteindelijk [ geen ] [ een ] zuigkracht ontstaat die water [ opzuigt uit ] [ afgeeft aan ] de vaatbundels.
Hoe werkt de sapstroom van een boom?
Omdat de boom bijna geen water meer verdampt en de wortels nauwelijks meer water opnemen, staat de sapstroom in de boom in de winter bijna stil. De sapstroom vervoert voedingsstoffen en planthormonen die ervoor zorgen dat de boom groeit. Deze komen in de winter niet voldoende aan waar ze nodig zijn.
Welk deel blad zorgt voor transport water?
De hoofdnerf loopt meestal in het midden van het blad. De aftakkingen van de hoofdnerf heten zijnerven. Deze vertakken zich tot steeds kleinere nerven. De nerven zorgen voor de stevigheid van het blad en voor het transport van water en voedingsstoffen.
Wat doet Floëem?
Het weefsel bestaat uit verschillende typen cellen: zeefvaten of bastvaten, zeefcellen en begeleidende cellen. Het floëem zorgt in de plant voor het transport van de assimilaten. Het floëem staat daarmee tegenover het xyleem dat zorgt voor het transport van water en daarin opgeloste nutriënten.