Inhoudsopgave
- 1 Hoe reken je delen met breuken uit?
- 2 Hoe moet je rekenen met breuken?
- 3 Hoe maak je van een heel getal een breuk?
- 4 Hoe doe je Plus met breuken?
- 5 Hoe vermenigvuldig je een breuk met een heel getal?
- 6 Wat is 1 4 deel van 80?
- 7 Hoe reken ik met breuken?
- 8 Hoe kan je makkelijk breuken leren?
- 9 Wat is de volgorde van bewerkingen?
- 10 Waarom moet ik breuken leren?
- 11 Hoe leer ik snel breuken?
- 12 Hoe maak je een breuk gelijk?
- 13 Hoe zet je een breuk in een rekenmachine?
- 14 Hoe bereken je breuken Met keer?
Hoe reken je delen met breuken uit?
Vuistregels
- Een getal delen door een breuk is hetzelfde als het getal vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.
- Een breuk delen door een breuk is hetzelfde als de breuk vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.
Hoe moet je rekenen met breuken?
Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.
Hoe vermenigvuldig je 3 breuken met elkaar?
Een breuk vermenigvuldigen met een breuk (bovenbouw)
- Teller x teller. Vermenigvuldig eerst de tellers van de breuk met elkaar. 9 x 8 = 72.
- Noemer x noemer. Vermenigvuldig daarna de noemers met elkaar. 10 x 9 = 90.
- Reken de som uit. De antwoorden van stap 1 en stap 2 vormen samen het antwoord op de som.
Wat is 1 van de 4?
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart.
Hoe maak je van een heel getal een breuk?
Een heel getal is het antwoord van oneindig veel deelsommen Een heel getal is ook altijd het antwoord van een deelsom. Het getal 3 is bijvoorbeeld gelijk aan 3:1 maar het is ook gelijk aan 6:2. Je kunt elk heel getal daarom op oneindig veel manier opschrijven als een breuk.
Hoe doe je Plus met breuken?
Hoe werkt het optellen van breuken? Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.
Hoe zet je een breuk om in een Kommagetal?
Bij lastige breuken kan het moeilijk zijn om dit uit je hoofd te doen. Je kunt dan gebruik maken van je rekenmachine. Als je de teller van 3⁄4 deelt met de noemer ( 3 : 4 = ) dan is deze breuk gelijk aan het kommagetal 0,75. In dit geval is de breuk 3⁄4 dus gelijk aan het kommagetal 0,75.
Hoe moet je vermenigvuldigen met breuken?
Voor het vermenigvuldigen van breuken is het niet vereist dat de breuken gelijke noemers hebben. Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn.
Hoe vermenigvuldig je een breuk met een heel getal?
Als je heel getal wilt vermenigvuldigen met een breuk, dan kun je dat hele getal vermenigvuldigen met de teller van die breuk. Dit komt omdat je een getal ook als breuk kunt opschrijven. Het is gelijk aan dat hele getal gedeeld door één. Dus 7 = 7/1.
Wat is 1 4 deel van 80?
1/4 deel = 25 %
Hoeveel is 1 op 10?
Een kwart, 1/4, is dus hetzelfde als 25%. Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
Hoe vaak past de breuk in het getal?
Als je de breuk hebt vergroot moet je het hele getal ook met hetzelfde getal vergroten. In dit geval vergroot je het getal 10 dus ook met 7. 10 x 7 = 70. Door beide getallen in de som te vergroten heb je de som gemakkelijker gemaakt.
Hoe reken ik met breuken?
Een breuk delen door een heel getal (bovenbouw)
- Vergroot de breuk. Maak eerst van de breuk een heel getal.
- Vergroot het hele getal. Als je de breuk hebt vergroot, moet je het hele getal ook met hetzelfde getal vergroten.
- Reken de som uit. Je hebt de som nu gemakkelijker gemaakt.
Hoe kan je makkelijk breuken leren?
Het hoogste getal waarbij zowel de teller als de noemer gedeeld kunnen worden is 4. Je schrijft dan: 4/8 = 1/2. Als je kind het lastig vindt om het grootste getal te vinden dan kan je ook steeds delen door 2 of 3 of 5. Bij de breuk 4/8 vereenvoudig je eerst tot 2/4 (= :2) en dan nog een keer delen door 2 = 1/2.
Hoe moet je breuken vermenigvuldigen en delen?
Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn. Voor delen geldt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde (van die breuk).
Hoeveel is een breuk van een getal?
Een breuk of gebroken getal is de onuitgewerkte deling van een geheel getal, de zogeheten teller, door een ander geheel getal, de noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen.
Wat is de volgorde van bewerkingen?
Voor de verschillende bewerkingen is de volgende volgorde (voorrang) afgesproken: Haakjes wegwerken. Machtsverheffen en Worteltrekken. Vermenigvuldigen en Delen.
Waarom moet ik breuken leren?
“Op de middelbare school werken leerlingen bij wiskunde A en B met formules, kennis van breuken is daarbij onmisbaar. En als je breuken vroeg aanleert, is dat goed voor de intuïtie. Dat maakt dingen makkelijker.” Heel veel kinderen hebben best wel veel moeite met breuken, merkt basisschoolleraar Kees Sreyee op.
Hoe moet je kommagetallen vermenigvuldigen?
Doe zo’n som in meerdere stappen:
- Let bij de eerste stap niet op de komma. 144 x 2 = 288.
- Tel nu hoeveel cijfers er in totaal achter de komma staan: – bij 1,44 staan twee cijfers achter de komma. – bij 0,2 staat één cijfer achter de komma.
- Zet bij het antwoord ook drie cijfers achter de komma: 1,44 x 0,2 = 0,288.
Hoe doe je een breuk?
Gebruik de schuine streep om een breuk te typen. Dit kun je doen door eerst de teller te typen (het bovenste getal van de breuk), dan een schuine streep naar voren ( / ), en dan de noemer (het onderste getal van een breuk). Een voorbeeld is iets als 5/32.
Hoe leer ik snel breuken?
2 – Breuken vereenvoudigen Je kind maakt een breuk zo eenvoudig mogelijk (vereenvoudigen) door de teller en de noemer door het hoogst mogelijke getal te delen. Met dat grootste getal (ook wel grootste gemeenschappelijke deler (ggd) genoemd) moet je dus zowel de teller als de noemer kunnen delen!
Hoe maak je een breuk gelijk?
Vermenigvuldig de noemer van de eerste breuk met de teller van de tweede breuk. De breuk 1⁄3 is dan gelijk aan 4⁄12 . Bereken voor de eerste breuk ook de teller. Vermenigvuldig de noemer van de tweede breuk met de teller van de eerste breuk.
Hoe tel je een breuk bij elkaar op?
Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.
Hoe zet je breuken op gelijke noemer?
Hoe zet je een breuk in een rekenmachine?
de breuk 1/3 wil invoeren doe je dit als volgt op je rekenmachine:
- Voer een 1 in.
- Druk op de A b/c-toets (linkerrij knopjes, 3e van boven)
- Voer een 3 in.