Inhoudsopgave
Hoe schrijf je een inleiding voor een debat?
Inleiding: een korte inleiding over het onderwerp. Hierin komen het belang van het onderwerp, het doel van de discussie en de tijdsplanning aan bod. De voorzitter eindigt de inleiding met een pakkende stelling waarop gereageerd kan worden.
Hoe bereid je je voor op een debat?
In een debat staan de standpunten van tevoren vast. De ene partij krijgt het standpunt vóór de stelling toegewezen, de andere partij het standpunt tégen. Deelnemers aan het debat vallen de stelling dus aan of verdedigen deze juist. Dat doen ze aan de hand van vier standaardvragen, de debatvragen.
Hoe noem je mensen die debatteren?
De onafhankelijke partij die beslist wie gewonnen heeft, bestaat meestal uit mensen die vroeger gedebatteerd hebben of nog steeds wedstrijddebatteren. Ze kan echter ook bestaan uit een publieksjury of bekende Nederlanders.
Hoe introduceer je een stelling?
In de inleiding begin je met het introduceren van het onderwerp en het neerzetten van de stelling die jij daarin inneemt. De belangrijkste functie van de inleiding is de lezer te boeien. In de inleiding beslist de lezer of hij verder gaat lezen of niet.
Hoe moet je een discussie voeren?
Spelregels voor een goede discussie
- Laat elkaar uitpraten.
- Luister naar elkaars argumenten.
- Sta open voor elkaars mening.
- Bestrijd argumenten op de inhoud, speel het niet op de persoon.
- Haal er geen dingen bij die er niet bij horen.
- Discussieer op basis van gelijkwaardigheid.
Wat houdt een debat in?
Een debat is een discussievorm waarbij het de bedoeling is een stelling te verdedigen of juist te bestrijden.
Hoe reageer je op een stelling?
Het ontwikkelen van een stelling
- Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig.
- Een stelling is nooit een vraag.
- Een stelling bevat geen argumenten.
- De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken.
- Een stelling bevat geen ontkenningen.
Hoe maak je een debat?
Een debat wordt voorgezeten door de Kamervoorzitter. Als eerste komen de woordvoerders van de fracties aan het woord. Nadat alle woordvoerders van de fracties hun zegje hebben gedaan, komt de bewindspersoon van het kabinet aan het woord. Deze persoon beantwoordt dan de vragen.