Inhoudsopgave
- 1 Hoe schrijf je getallen in het Duits?
- 2 Hoe schrijf je getallen in het Engels?
- 3 Welke taal is eins?
- 4 Hoe zeg je getallen in het Frans?
- 5 Hoe schrijf je 55 in Engels?
- 6 Welke getallen uitschrijven Engels?
- 7 Is het ein of eins?
- 8 Welke taal is dit woord?
- 9 Hoe weet je tien tellen in het Duits?
- 10 Is de Duitse uitspraak niet zo moeilijk?
- 11 Hoe heten de dagen in het Duits?
- 12 Wat is de week in het Duits?
Hoe schrijf je getallen in het Duits?
Hoofdtelwoorden: de basisregels De Duitse tientallen worden gevormd via de regel: ‘cijfer + zig’. De getallen tussen 10 en 20 worden gevormd via de regel: ‘cijfer + zehn’. Alle getallen hoger dan 20 worden gevormd via de regel: ‘Cijfer + und + tiental’.
Hoe schrijf je getallen in het Engels?
Getallen in het Engels
Getal | Hoofdtelwoord | Rangtelwoord |
---|---|---|
100 | one hundred | hundredth |
500 | five hundred | five hundredth |
1,000 | one thousand | thousandth |
1,500 | one thousand five hundred, or fifteen hundred | one thousand five hundredth |
Wat is tellen in het Duits?
tellen [telde|geteld] {werkwoord} beziffern [beziffernd|beziffert] {ww.} rechnen [rechnend|gerechnet] {ww.} zählen [zählend |gezählt] {ww.}
Welke taal is eins?
Romaanse talen
Latijn | Portugees | |
---|---|---|
1 | unus / una / unum | um |
2 | duo / duae | dois |
3 | tres / tria | três |
4 | quattuor | quatro |
Hoe zeg je getallen in het Frans?
Getal | Getal in het Frans |
---|---|
16 | seize |
17 | dix-sept |
18 | dix-huit |
19 | dix-neuf |
Hoe schrijf je een woord?
De juiste schrijfwijze is (woorden)boek, zonder spatie of streepje. Gebruik geen koppelteken, tenzij het woord zonder haakjes al een koppelteken bevat.
Hoe schrijf je 55 in Engels?
Engelse Getallen 1 – 100
51 | fifty-one |
---|---|
52 | fifty-two |
53 | fifty-three |
54 | fifty-four |
55 | fifty-five |
Welke getallen uitschrijven Engels?
Getallen onder de twintig, tientallen tot honderd, honderdtallen tot duizend en duizendtallen tot en met twaalfduizend worden in de meeste gevallen uitgeschreven. Hetzelfde geldt voor de woorden ‘miljoen’, ‘miljard’ en de bijbehorende rangtelwoorden (miljoenste, miljardste).
Hoe schrijf je vier in het Duits?
Overzicht
Getal | Duits |
---|---|
2 | zwei |
3 | drei |
4 | vier |
5 | fünf |
Is het ein of eins?
één: ein of eins? eins, zwei, drei enz. Het is kwart over een. – Es ist Viertel nach eins.
Welke taal is dit woord?
Soms kom je ergens een tekst tegen waarvan je geen idee hebt wat de taal is. Online vertaalhulpmiddelen kunnen je helpen de tekst te enigszins ontcijferen en de taal te achterhalen. Google vertalen, Mijnwoordenboek en Yahoo Babel Fish zijn een aantal van de grotere en betrouwbaarste online vertaalmogelijkheden.
Hoe oefen je de Duitse uitspraak?
Uitspraak oefenen. De Duitse uitspraak is voor ons Nederlanders niet zo moeilijk. Als je op een paar dingen let – en als je er aan gewend bent – spreek je al snel prima Duits! Doe er wel je best op, want als je telkens weer opvallende fouten maakt, leidt dat je gesprekspartner natuurlijk nogal af!
Hoe weet je tien tellen in het Duits?
Een relatief groot aantal Nederlanders weet wel min of meer tot tien tellen in het Duits: eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn. Lastiger wordt het echter boven deze grens van tien veelgebruikte cijfers.
Is de Duitse uitspraak niet zo moeilijk?
De Duitse uitspraak is voor ons Nederlanders niet zo moeilijk. Als je op een paar dingen let – en als je er aan gewend bent – spreek je al snel prima Duits! Doe er wel je best op, want als je telkens weer opvallende fouten maakt, leidt dat je gesprekspartner natuurlijk nogal af! Uitspraak deel 1 = de basis.
Wat zijn de maanden in het Duits?
De maanden van het jaar – Die Monate des Jahres
januari | Januar |
---|---|
februari | Februar |
maart | März |
april | April |
mei | Mai |
Hoe heten de dagen in het Duits?
Dagen van de week in het Duits
Dagen van de week Nederlands | Dagen van de week Duits |
---|---|
maandag | Der Montag |
dinsdag | Der Dienstag |
woensdag | Der Mittwoch |
donderdag | Der Donnerstag |
Wat is de week in het Duits?
weich , warm
de week (v) | die Woche |
---|---|
week | weich ; schwach ; die Woche ; die Kalenderwoche ; weich ; schlaff |
Welke dag is Samstag?
Vertaal Samstag van Duits naar Nederlands zaterdag.