Inhoudsopgave
Hoe schrijf je zien in de verleden tijd?
zien/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van zien | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | ||
| tegenwoordig (o.t.t.) | zie | ziet |
| verleden (o.v.t.) | zag | zag |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal zien | zult/zal zien |
Wat is het verschil tussen verleden tijd en voltooide tijd?
Het belangrijkste verschil tussen deze twee is dat een onvoltooid verleden tijd vooral als verhalende beschrijving fungeert, zoals woonde, had en verhuisde in (1), en de voltooid tegenwoordige tijd vooral losse feiten benoemt, zoals heeft gewoond in (2).
Is verhuisd met d of t?
Het werkwoord verhuizen wordt als volgt vervoegd: ik verhuis, jij verhuist, wij verhuizen, jij verhuisde, wij verhuisden, wij zijn verhuisd. Bij werkwoorden waarvan de stam op een z eindigt, verschijnt in de verleden tijd een d: verhuisde.
Wat is voltooide tijd en onvoltooide tijd?
De voltooide en onvoltooide tijd geven aan of een handeling al af is (voltooide tijd) of nog bezig is (onvoltooide tijd). Een werkwoord kan aangeven of iets nu of toen gebeurde, de tegenwoordige en verleden tijd.
Wat is de regel voor het schrijven van het tegenwoordig deelwoord?
Je ziet dat je het tegenwoordig deelwoord van een Nederlands werkwoord maakt door een -D achter het hele werkwoord te zetten. Een voorbeeld van dit laatste, een tegenwoordig deelwoord als bijwoord, is: gloeiend heet staal. Het bijvoeglijk naamwoord heet zegt iets van zelfstandig naamwoord staal.
Wat is het verschil tussen tegenwoordig deelwoord en voltooid deelwoord?
Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelstandig naamwoord en zegt dan iet sover het zelfstandig naamwoord. Een onvoltooid deelwoord wordt gebruikt om aan te geven dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet. Een voltooid deelwoord wordt gemaakt door een –d of –de achter het hele werkwoord te plakken.