Hoe tel je een breuk bij elkaar op?

Hoe tel je een breuk bij elkaar op?

Hoe werkt het optellen van breuken? Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.

Hoe werkt een breuk?

Een breuk geeft aan hoe groot een deel van een geheel is. Het geheel is hetzelfde als het totaal of alles. Deze hele taart is het geheel. Als de taart wordt verdeeld in stukken, dan is één stuk een deel van het geheel of een breuk.

Hoe reken je breuken uit groep 7?

De teller en noemer van de ene breuk vermenigvuldigen met de noemer van de andere breuk en visa versa. Let op dat de voorste breuk in de som ook in de tweede versie vooraan blijft staan! Zodra de noemers gelijk zijn tel je de tellers bij elkaar op of trek je de tellers van elkaar af en heb je het antwoord op de som.

Wat is een Ongelijknamige breuk?

Gelijknamige breuken zijn breuken met een gelijke noemer. Zoals je ziet bestaan gelijknamige breuken uit delen die even groot zijn. Je kunt ze daarom gemakkelijk bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

Hoe optellen en aftrekken breuken?

Optellen en aftrekken. Als je 2 breuken wilt optellen of aftrekken, dan moeten de noemers van de breuken hetzelfde zijn. Als de noemers gelijk zijn kunnen de tellers bij elkaar worden opgeteld of van elkaar worden afgetrokken. breuk + breuk = teller + teller noemer. breuk – breuk = teller – teller noemer.

Hoe kun je breuken bij elkaar optellen?

Om breuken bij elkaar op te tellen, moet je er eerst voor zorgen dat de noemers van beide breuken gelijk zijn. Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden.

Kan je breuken optellen bij gelijknamige noemers?

Bij gelijknamige noemers kun je breuken optellen door de tellers op te tellen en door de gelijknamige, gemeenschappelijke noemer te delen. Nu de noemers in het voorbeeld gelijk zijn gemaakt, kunnen we de tellers dus bij elkaar optellen en het resultaat van de optelsom luidt dan: 27/45 + 35/45 = 62/45

Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.

Hoe doe je Minsommen met breuken?

Hoe werken de minsommen met breuken? Bij het aftrekken van breuken worden de tellers van elkaar afgetrokken en blijven de noemers staan. Voorwaarde is wel dat de noemers gelijk zijn. Is dit niet zo dan moeten de noemers eerst gelijknamig gemaakt worden voordat de tellers van elkaar afgetrokken kunnen worden.

Hoe moet je breuken bij elkaar optellen?

Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert immers niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden. Tel de tellers van de breuken bij elkaar op.

Hoe moet je breuken doen?

Als je 1/2 door 3 wil delen, zul je eerst moeten zorgen dat de teller door 3 te delen is. Dat doe je door de teller met 3 te vermenigvuldigen, maar bij breuken geldt: wat je boven doet, moet je ook onder doen. Je krijgt in dit geval dus 3/6 als uitkomst. Dit moet je nu door 3 delen.

Hoe moet je rekenen met breuken?

Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.

Hoe moet je een breuk gelijknamig maken?

Dit kan je doen door bij beide breuken, de teller en noemer van die breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. De breuken 6/24 en 4/24 zijn gelijknamige breuken. We kunnen de breuken 1/4 en 1/6 ook gelijknamig maken door met andere getallen te vermenigvuldigen. 3/12 en 2/12 zijn gelijknamige breuken.

Wat betekent gelijknamig rekenen?

Vermenigvuldig de noemers van de breuken met elkaar. De gelijknamige breuken worden in dit geval “twaalfden”. In stap 1 heb je de gelijknamige noemers berekend.

Wat betekent gelijknamig?

gelijknamig – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-lijk-na-mig 1. wat dezelfde naam heeft ♢ dit is een film naar de gelijknamige roman 1.

Hoe reken je breuken uit met keer?

Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn. Voor delen geldt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde (van die breuk).

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven