Inhoudsopgave
Hoe vaak komt anorexia nervosa voor in Nederland?
370 van de 100.000 jonge vrouwen (15 – 29 jaar) heeft anorexia nervosa. Ieder jaar komen er in Nederland ongeveer 5.500 jonge vrouwen met anorexia nervosa bij. Dat is 1 patiënt per huisarts per jaar. Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan anorexia nervosa of boulimia nervosa.
Welke eetstoornis komt het meest voor?
De meest voorkomende eetstoornis in Nederland is gek genoeg ook de onbekendste. Het gaat om Binge Eating Disorder (BED), oftewel eetbuistoornis. Hierbij eten mensen in korte tijd ontzettend veel, soms zelfs met flauwvallen tot gevolg. 180.000 Nederlanders kampen ermee, meldt NOS.
Welke leeftijd anorexia?
Anorexia nervosa is een eetstoornis die meestal ontstaat bij jongeren tussen de 15 en 26 jaar. Anorexia komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Het is een vrij zeldzame eetstoornis waarbij jongeren uit alle macht proberen af te vallen door te vasten of over te geven.
Hoeveel jongeren hebben eetstoornis?
Op basis van huisartsenregistratie (CMR-peilstations) en internationaal onderzoek wordt geschat dat ongeveer 0,3 procent van alle jonge vrouwen in Nederland van 15 tot en met 29 jaar anorexia nervosa heeft. Het geschatte percentage boulimia patiënten ligt op 1 procent.
Wat als mijn kind een eetstoornis heeft?
Een eetstoornis of een eetprobleem is een containerbegrip. Hier vallen alle problemen onder die te maken hebben met eten. Van zo min mogelijk eten , of juist veel eten (obesitas ligt op de loer), van eten en weer uitspugen tot niet kunnen eten. Eetproblemen bij kinderen leiden tot allerlei problemen.
Welke eetstoornis komt het minst voor?
Alhoewel anorexia nervosa een van de bekendste eetstoornissen is, is het ook de minst voorkomende. Jaarlijks zijn er ongeveer 5500 mensen in Nederland met de diagnose Anorexia Nervosa.
Hoe weet ik of mijn kind een eetstoornis heeft?
Hoe merk ik dat mijn kind een eetprobleem heeft?
- U merkt dat het niet zo goed gaat met uw kind.
- Uw kind gaat anders en/of op andere momenten eten.
- Uw kind wil steeds vaker alleen zijn.
- Uw kind let steeds meer op zijn/haar gewicht.
- Uw kind wil het op school of bij het sporten heel goed en steeds beter doen.