Inhoudsopgave
Hoe vorm ik de futur simple?
FINIR
| infinitif | ||
|---|---|---|
| faire | doen, maken | ik zal doen |
| falloir | moeten, nodig zijn | men zal moeten, het zal nodig zijn |
| mourir | sterven | ik zal sterven |
| pleuvoir | regenen | het zal regenen |
Hoe werkt de futur in het Frans?
De futur wordt gevormd door de onderstreepte uitgangen achter het hele werkwoord te zetten. Je vertaalt deze tijd met ik zal… en niet met ik ga…. Dus: Je travaillerai – ik zal werken.
Wat is de stam van futur?
Hier nogmaals het schema van de uitgangen van de toekomende tijd FUTUR SIMPLE:
| Persoon | Werkwoorden uit de 1e groep | Werkwoorden uit de 2e groep |
|---|---|---|
| je | stam + ai | stam + ai |
| tu | stam + as | stam + as |
| il/elle/on | stam + a | stam + a |
| nous | stam + ons | stam + ons |
Hoe vorm je een Futur proche?
Dus: de nabije toekomst in het Frans gebeurt, eigenlijk net als in het Nederlands, met het werkwoord ALLER (gaan) + het hele werkwoord. ALLER wordt wel vervoegd door het onderwerp, maar de infinitief, het hele werkwoord, blijft een heel werkwoord en wordt dus niet vervoegd.
Hoe vorm je de passe recent?
De passé récent vorm je met venir de + infinitief. De futur proche met aller + infintitief. Bij deze 2 werkwoordstijden in het Frans is het dus erg belangrijk om de werkwoorden venir en aller juist te leren vormen.
Hoe vorm je de Futur Antérieur?
Hoe vorm je de werkwoordstijd de futur antérieur in het Frans? Neem de futur simple van het hulpwerkwoord avoir of être, gevolgd door de participe passé.
Hoe werkt de futur simple?
De futur simple komt in het Nederlands overeen met de Onvoltooid Toekomende Tijd. Waar je wel moet voor opletten is dat je in het Nederlands twee werkwoorden hebt, het vervoegde zullen + de infinitief van het werkwoord waar het over gaat, en dat in het Frans alles in de uitgang vervat zit.
Hoe vervoeg je Futur Antérieur?
Vervoeging van de werkwoorden in de futur antérieur Het voltooid deelwoord dat met être vervoegd wordt, krijgt altijd de uitgang van het onderwerp! Het voltooid deelwoord dat vervoegd wordt met het hulpwerkwoord avoir krijgt de uitgang van het lijdend voorwerp als dat lijdend voorwerp VOOR het werkwoord staat!
Hoe vervoeg je de Conditionnel present?
Vorming van de conditionnel présent
| j’écrirais | ik zou schrijven |
|---|---|
| il / elle /on écrirait | hij / zij / men zou schrijven |
| nous écririons | wij zouden schrijven |
| vous écririez | jullie zouden schrijven |
| ils/ elles écriraient | zij zouden schrijven |
Hoe vorm je de passé composé?
Je hebt een hulpwerkwoord nodig (hebben of zijn) en een voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord (avoir/être) is altijd vervoegd. Dus de passé composé = hulpwerkwoord + voltooid deelwoord. Je maakt het voltooid deelwoord door er van het hele werkwoord af te halen en dan een é achter de stam te plakken.
Hoe maak je de imparfait?
De imparfait wordt gevormd door -ons (aan het einde van een werkwoord dat in de “nous vorm” en in de onvoltooid tegenwoordige tijd is vervoegd) weg te laten en de volgende vervoegingen te gebruiken: -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient.