Inhoudsopgave
Hoe vrij moet een nooduitgang zijn?
In het Bouwbesluit staan wel een aantal regels waaraan nooddeuren moeten voldoen. Zo moeten zij in de vluchtrichting meedraaien en minimaal 0,6 meter breed en 2,2 meter hoog zijn. Ook moeten ze van binnenuit zonder een sleutel zijn te openen en mogen het geen schuifdeuren zijn.
Wat wordt verstaan onder vluchtdeuren?
Vluchtdeuren of paniekdeuren zijn voorzien van een paniekstang of -balk, waarmee de deur gemakkelijk te openen is. Regelmatig zijn dit ook dubbele deuren. Op dubbele deuren mogen de bedieningsbalken niet worden gekoppeld. Deze bedieningsstang wordt ook wel push- of touch-bar genoemd.
Hoeveel nooddeuren?
De ARBO heeft dit duidelijk omschreven. Alle werkruimten moeten in geval van nood snel kunnen worden verlaten door meerdere (nood)uitgangen. Hiertoe moeten deze ruimten zijn voorzien van minimaal twee zover mogelijk uit elkaar gelegen uitgangen.
Hoe worden nooduitgangen aangegeven in een object?
Idealiter bijvoorbeeld bij de ingang van het pand in een centrale hal. Bestaat het pand uit meerdere verdiepingen?
Wat geeft transparant verlichting aan?
Transparantverlichting (bewegwijzering) is een belangrijke veiligheidsvoorziening in een bedrijf. Een juiste en duidelijke bewegwijzering zorgt ervoor dat men bij een calamiteit in korte tijd, via een veilige weg, het bedrijf kan verlaten.
Hoeveel vluchtroutes?
Algemeen. De systematiek van de eisen voor ontvluchting is aanzienlijk vereenvoudigd. Uitgangspunt daarbij is dat kan worden volstaan met één vluchtroute die start op de plaats waar het vluchten begint en eindigt op een veilige plaats. Het Bouwbesluit 2003 ging uit van ten minste twee vluchtroutes.
Hoeveel nooddeuren per m2?
Hoeveel brandbestrijdingsmiddelen? De Nederlandse norm NEN 4001:2006 geeft algemene voorschriften voor brandveiligheid en het aantal en de plaatsing van draagbare en verrijdbare blustoestellen. Als vuistregel geldt daarbij dat er per 150 m2 twee bluseenheden aanwezig moeten zijn.
Waar moet een vluchtroute aan voldoen?
Een vluchtroute is minimaal 0,85 m breed en (op een paar uitzonderingen na) 2,30 meter hoog. Deuren tussen ruimten die aansluiten op de vluchtroutes moeten – met uitzondering van de woonfunctie – zelfsluitende zijn.