Inhoudsopgave
Hoe weet je of het ein of Der is?
De uitgangen van de lidwoorden of woorden als diese, welche, enzv veranderen, afhankelijk van het geslacht van het zelfstandignaamwoord dat er bij hoort: Mannelijk: R (der, dieser) Vrouwelijk: E (die, diese) Onzijdig: S (das, dieses) Meervoud: E (die, diese) Dit was de DER-groep Er is ook een EIN-groep Hierbij horen …
Welke woorden behoren tot de ein groep?
Behalve ein(e) en kein..
Is Ein mannelijk of vrouwelijk?
ein
hoofdtelwoord | mannelijk | vrouwelijk |
---|---|---|
eine | ein | |
rangtelwoord | mannelijk | vrouwelijk |
ieëste | ieës |
Heeft Nederlands naamvallen?
Traditioneel worden voor het (historische) Nederlands vier naamvallen onderscheiden: de eerste naamval (of: nominatief) is de onderwerpsvorm; de tweede naamval (of: genitief) kan meestal m.b.v. het voorzetsel van worden omschreven (bijvoorbeeld het Wapen der Infanterie); de derde naamval (of: datief) wordt gebruikt als …
Welke naamval is ein?
Naamvallen | ein/eine-groep – bezittelijk voornaamwoord Hier volgen de onbepaalde lidwoorden, in het Nederlands ‘een’. * Vaak wordt de e in unser en euer weggelaten zodra het woord verlengd wordt.
Wat is de ein groep?
Het lidwoord ein vormt de EIN-groep en verandert van vorm als de naamval, het geslacht of het getal verandert. De bezittelijke voornaamwoorden: mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, euer-, ihr- en Ihr- krijgen dezelfde uitgangen als het bijbehorende lidwoord.
Wat betekenen ein en Eine?
mannelijk | meervoud | |
---|---|---|
1 | ein + -er | keine + -en |
4 | einen + -en | keine + -en |
3 | einem + -en | keinen + -en |
2 | eines + -en | keiner + -en |
Hoeveel naamvallen heeft Nederland?
De acht Indo-Europese naamvallen hebben verschillende namen: aangegeven met de rangtelwoorden eerste t/m achtste en de vernederlandsing van de Latijnse namen. Het onderscheid tussen de locatief en de instrumentalis bestaat tegenwoordig nog in veel Slavische talen.
Welke naamval na für?
Voorzetsels met de 4e naamval
durch | = door | = om, omheen |
---|---|---|
für | = (bestemd) voor, ergens voor zijn | = tot |
gegen | = tegen | = langs (evenwijdig) |
ohne | = zonder |
Welke naamvallen in Duits?
Tip 3: De functie van de naamvallen is hetzelfde als in het Nederlands
1e naamval | centrum van de zin | Der Mann kauft das Auto. |
---|---|---|
2e naamval | NL = van (bezittelijk) | Das Auto des Mannes ist rot. |
3e naamval | NL = aan | Der Mann gibt der Frau das Auto. |
4e naamval | object | Der Mann gibt der Frau das Auto. |
Hoe herken je Duitse naamvallen?
Het naamwoordelijk deel v.h. gezegde kun je vaak verwachten na de koppelwerkwoorden sein, werden, bleiben en scheinen. bijvoorbeeld:….1e naamval.
Hij | is | mijn beste vriend |
---|---|---|
Er | ist | mein bester Freund. |
onderwerp: krijgt 1e naamval | koppelwerkwoord: ist [vorm van sein] | naamwoordelijk deel v.h. gezegde: krijgt ook 1e naamval! |