Hoe werkt de sinus regel?
De sinusregel is een stelling uit de goniometrie die stelt dat in een driehoek de verhouding tussen de lengte van een zijde en de sinus van de overstaande hoek voor elk van de hoeken gelijk is aan het dubbele van de straal r van de omgeschreven cirkel.
Hoe gebruik je sinus en cosinus?
En hoe werkt het ezelsbruggetje SOS-CAS-TOA? Leer het hier! Sinus, cosinus en tangens geven eigenlijk de verhoudingen van zijden aan. Met behulp van de sinus, cosinus of tangens kan je een hoek of de lengte van een zijde berekenen.
Wat is de sinus en de cosinus?
De sinus en de cosinus zijn onderling sterk samenhangende goniometrische functies. Het waren oorspronkelijk functies van de hoeken in een rechthoekige driehoek. De sinus is daarin de verhouding van de tegenover de hoek liggende zijde en de schuine zijde, en de cosinus is de sinus van de complementaire hoek en dankt daaraan zijn naam.
Wat is de cosinus functie?
De cosinus is dus de verhouding van de aanliggende zijde en de schuine zijde. Beide functies spelen een belangrijke rol bij de bestudering van driehoeken, veelhoeken en cirkels, en vanwege het periodieke karakter ook bij de bestudering van periodieke verschijnselen. Sinus en cosinus zijn functies met als grafiek de bekende golflijn.
Waarom hebben we vier sinussen?
We hebben vier paar sinussen: de kaaksinussen (de grootste) liggen onder de oogkassen, de voorhoofdsinussen liggen centraal in het lage voorhoofd, net boven de oogkassen, de zeefbeensinussen liggen tussen de neus en de oogkas,
Wat is de sinus van een hoek en cosinus van de hoek?
De sinus van een hoek en de cosinus van de hoek waarmee hij samen 90° vormt (complement) zijn gelijk. Vandaar ook de naam co mplementaire sinus. De sinus van een hoek en de cosinus van de hoek waarmee zijn verschil 90° is (anticomplement) zijn gelijk. sin 2 θ + cos 2 θ = 1.