Inhoudsopgave
Hoeveel geeft Nederland uit aan medicijnen?
In 2019 verwachten we dat er in totaal € 60 miljoen aan zogenoemde GVS-bijbetalingen zijn. Dit is iets meer dan 1% van de totale uitgaven voor geneesmiddelen. Vanaf 2019 zijn deze bijbetalingen gemaximeerd op 250 euro per verzekerde per jaar.
Wat betekent weesgeneesmiddel?
Een weesgeneesmiddel is een farmaceutisch product, gebruikt voor de diagnose, de preventie of de behandeling van een zeldzame ziekte waarvoor er geen preventief middel, diagnostisch middel of geen behandeling bestaat, of – als dat wel het geval is – dat een significant voordeel biedt voor de patiënt.
Wat zijn dure geneesmiddelen?
Definities. Onder dure geneesmiddelen verstaan we door ziekenhuizen (en niet door apotheken) verstrekte geneesmiddelen, tenzij anders vermeld. Ziekenhuizen en andere instellingen voor medisch-specialistische zorg krijgen dure geneesmiddelen apart vergoed, als zogenaamd add-on.
Wat is marktexclusiviteit?
Na verlening van de handelsvergunning hebben weesgeneesmiddelen een marktexclusiviteit gedurende maximaal 10 jaar. Dit betekent dat er in die periode geen andere middelen voor deze ziekte op de markt mogen komen.
Wat is een wees of zeldzame ziekte?
In Europa: een ziekte wordt ‘zeldzaam’ genoemd als ze minder dan 1 op de 2000 personen treft. een ziekte wordt ‘uiterst zeldzaam’ genoemd als ze minder dan 1 op de 50 000 personen treft. een ziekte wordt een ‘weesziekte’ genoemd als er geen behandeling voor bestaat.
Wat doet een geneesmiddelencommissie?
Een geneesmiddelencommissie kan met duidelijke richtlijnen een bijdrage leveren aan een doelmatig geneesmiddelengebruik en een betere afstemming met de eerste lijn.
Wie koopt medicijnen in?
Bij de apotheek Apothekers kopen geneesmiddelen in bij een geneesmiddelfabrikant of groothandel. Zij kunnen daarbij prijzen voor geneesmiddelen afspreken die lager liggen dan de apotheekinkoopprijzen (AIP). De AIP is de maximumprijs die een apotheek voor een geneesmiddel mag betalen.
Hoeveel patiënten heeft een apotheek?
Uit deze analyse volgt dat er in een doorsnee-apotheek per 6.400 patiënten één apotheker beschikbaar is (figuur 2). In 28% van de apotheken komt de verhouding tussen het aantal patiënten en het aantal apothekers uit op 5.000 of minder, terwijl bij 16% van de apotheken deze ratio 10.000 of meer is.