Inhoudsopgave
Hoeveel verleden tijden Nederlands?
In het Nederlands heb je acht verschillende tijden: vier daarvan zijn onvoltooid en vier daarvan zijn voltooid. De voltooide tijd herken je aan het hulpwerkwoord hebben of zijn samen met een voltooid deelwoord. Verder kun je aan de persoonsvorm zien of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat.
Zou tijd Nederlands?
de onvoltooid verleden toekomende tijd, o.v.t.t. (het futurum praeteriti): ik zou snurken, ik zou blijven; de voltooid verleden toekomende tijd, v.v.t.t. (het futurum exactum praeteriti): ik zou gesnurkt hebben, ik zou gebleven zijn.
Zullen toekomende tijd?
In Nederland komt gaan als hulpwerkwoord van de toekomende tijd vooral voor in spreektaal, in België is het gebruik algemener. Als gaan niet mogelijk is, gebruiken we in de standaardtaal zullen of de tegenwoordige tijd om naar de toekomst te verwijzen.
Waarom voltooid verleden tijd?
De voltooid verleden tijd wordt gebruikt in contexten die zelf al in het verleden spelen, en dan specifiek om een gebeurtenis aan te duiden die in een nog verder verleden heeft plaatsgevonden. (13) Ik ben vanmorgen uitgegleden. Het had namelijk geijzeld.
Was in verleden tijd?
zijn/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zijn | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
u | bent is | was |
gij, ge | zijt | waart |
hij, zij, het | is | was |
Zal Werkwoordstijd?
zullen/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zullen | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
ik | zal | zouden |
jij, je | zult, zal | zouden |
u | zult, zal | zou, zoudt |
Zullen of zullen gaan?
Gaan in combinatie met hebben of zijn is standaardtaal in België. Dat gebruik komt vooral in spreektaal voor. In Nederland komt die combinatie ook wel in spreektaal voor, maar ze wordt er niet als standaardtaal beschouwd. Standaardtaal in het hele taalgebied is zullen of de tegenwoordige tijd.
Zullen tegenwoordige tijd?
zullen/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zullen | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
jij, je | zult, zal | zouden |
u | zult, zal | zou, zoudt |
gij, ge | zult | zoudt |
Waren voltooid verleden tijd?
zijn/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zijn | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
u | bent is | was |
gij, ge | zijt | waart |
hij, zij, het | is | waren |
Hoe werkt voltooid verleden tijd?
De voltooide verleden tijd gebruik je bijvoorbeeld in een verhaal dat al in de verleden tijd staat, om aan te tonen dat iets nog eerder is gebeurd. Nu ik de boodschappenlijst heb geschreven gaan we naar de supermarkt. De zin staat in de tegenwoordige tijd en het schrijven van de boodschappenlijst is net klaar.
Welke tijden zijn er in het Frans?
Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.