Is beloven een werkwoord?

Is beloven een werkwoord?

Als we de regel van ’t kofschip op beloven toepassen, volgt daaruit dat dit zwakke werkwoord met -de wordt vervoegd. De stam is immers [beloov]. Het voltooid deelwoord van beloven is beloofd, maar de persoonsvorm van de tweede en derde persoon enkelvoud is belooft.

Wat is de verleden tijd van beloven?

ik beloof, jij belooft, hij belooft, wij beloven. ik beloofde, wij beloofden. ik heb beloofd.

Hebben beloofd of belooft?

Zoals beloofd is een verkorte versie van ‘zoals beloofd is’ (of ‘zoals ik beloofd heb’, ‘zoals hij beloofd heeft’, ‘zoals wij/ze beloofd hebben’, enz.). Beloofd is hier een voltooid deelwoord. Omdat de verleden tijd beloofde is (met -de), is ook het voltooid deelwoord met een d.

Is het werkwoord beloven een scheidbaar werkwoord?

Werkwoord “beloven” – Nederlandse werkwoorden.

Heb ik hem beloofd?

In het geval van ‘beloven’ is de stam van het werkwoord ‘belov’, namelijk ‘beloven’ minus ‘-en’. En de v zit niet in ’t Kofschip! Dus het voltooid deelwoord van beloven is gewoon met een d. Dus niet ‘ik heb belooft’, maar ‘ik heb beloofd’.

Wat beloofd is?

Om te zeggen dat iets er veelbelovend uitziet of een belofte inhoudt, wordt in de standaardtaal in België de uitdrukking Dat belooft! gebruikt. In de standaardtaal in Nederland is Dat belooft wat!

Heb je dat beloofd?

Wat is het voltooid deelwoord van benijden?

Wat is de verleden tijd van benijden: benijdde of beneed? Benijdde is juist, bijvoorbeeld in ‘Ze benijdde haar vrienden om hun mooie tuin. ‘ De vorm beneed is niet correct. Het werkwoord benijden (‘jaloers zijn op’) wordt zwak vervoegd: benijdde – heeft benijd.

Heb ik je belooft?

Wat is een Afscheidbaar deel van het werkwoord?

Ze zijn te scheiden in twee woorden. Samengestelde werkwoorden kunnen scheidbaar of onscheidbaar zijn. In de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd staat het eerste deel van dit werkwoord achteraan in een zin. Bij het voltooid deelwoord wordt ge tussen de twee delen geplaatst.

Wat is een voorbeeld van een scheidbaar werkwoord?

Een scheidbaar werkwoord is een combinatie van een werkwoord (verbum) en een voorzetsel (prepositie). Beide woorden kan je ook alleen gebruiken, maar samen hebben ze een nieuwe betekenis. Er zijn een paar scheidbare werkwoorden met een ander woord, zoals met een adjectief (schoonmaken) of een substantief (paardrijden).

Heb ik belooft?

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven