Inhoudsopgave
Is het beleefd of beleeft?
beleven/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van beleven | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | |
tegenwoordig (o.t.t.) | beleef | beleeft |
verleden (o.v.t.) | beleefde | beleefde |
toekomend (o.t.t.t.) | zal beleven | zult/zal beleven |
Wat is beleefd?
beleefd – Bijvoeglijk naamwoord 1. van goede omgangsvormen getuigend, fatsoenlijk ♢ Zijn weigering was beleefd maar ook beslist. ♢ Het beleefde meisje sprak altijd met twee woorden.
Hoe schrijf ik beleefd?
1) Aardig 2) Beschaafd 3) Civiel 4) Correct 5) Dienstvaardig 6) Fatsoenlijk 7) Flink 8) Galant 9) Gehoorzaam 10) Gemanierd 11) Goedgemanierd 12) Hartelijk 13) Hebbelijk 1…
Hebben beleefd synoniem?
beleefd (bn): behoorlijk, beschaafd, civiel, correct, fatsoenlijk, galant, heus, hoffelijk, hups, net, netjes, urbaan, voorkomend, vriendelijk, welgemanierd, wellevend, welopgevoed, welwillend.
Wat is een ander woord voor beleefd?
Synoniemen: wellevend, welgemanierd of welopgevoed (dit laatste alleen personen). Civiel heeft betrekking op bediening. Beleefd op een elegante, wat ouderwetse manier, is hetzelfde als hoffelijk.
Hoe noem je iemand die manieren heeft?
attent, behulpzaam, beleefd, charmant, dienstvaardig, gedienstig, hoffelijk, hulpvaardig, inschikkelijk, minzaam, tegemoetkomend, vriendelijk.
Is het in orde of inorde?
afgehandeld, afgerond, geregeld, in orde, klaar, voor elkaar.
Wat is noodvaart?
Noodvaart betekent ongeveer hetzelfde als spoedverzending.
Wat is de betekenis van Evenmin?
Evenmin betekent ‘ook niet, net zomin als’.
Wat is een ander woord voor beleven?
als synoniem van een ander trefwoord: meemaken (ww) : beleven, doorleven, doormaken, doorstaan, ervaren, gevoelen, gewaarworden, lijden, ondergaan, ondervinden, ontmoeten, proeven, smaken, voorhebben, zien.
Wat is een ander woord voor vorm?
contouren, figuur, gedaante, gestalte, profiel, stal, uitdrukking, uiterlijk, verschijningsvorm, voorkomen. vorm (zn): afgietsel, gietvorm, leest, mal, matrijs, model, patroon, type.
Is in orde betekenis?
afgehandeld, afgerond, geregeld, in orde, klaar, voor elkaar. kant (bn) : flink, in orde, kloek, naar behoren, welgevormd.