Is het wordt hij of word hij?

Is het wordt hij of word hij?

Bij een zin met hij, zij, men, het of een zelfstandig naamwoord is wordt altijd met een t. Hij wordt naar school gebracht. Wordt hij naar school gebracht? Ook bij u is wordt altijd met een t.

Is het wordt je of word je?

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp.

Is het word tijd of wordt tijd?

Een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen we volgens de regel stam plus t. In twee uitzonderingsgevallen komt er géén t achter de stam: Bij de ik-vorm: ik word. Als je/jij achter het werkwoord staat: word je/jij?

Is wordt een werkwoord?

Roos wordt juffrouw. Het hele werkwoord is worden. Werkwoorden kunnen veranderen in de zin.

Is het vindt je of vind je?

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp.

Wat word je al groot?

Al die mooie mijlpalen kunnen vanaf nu makkelijk worden vastgelegd en bewaard in Wat word je groot!, een boek dat de eerste vier jaar van een kind volgt langs alle belangrijke hoogte- en misschien ook wel enkele dieptepunten. Een prachtig bewaarboek voor nu en een kostbaar document voor het kind voor later.

Wat wordt je groot of wat word je groot?

Het onderwerp in deze zin is wat. Achter de stam word (de stam is het hele werkwoord min de uitgang -en) komt nu wel een t: wordt. Vergelijk ook: Wordt je een grote winst in het vooruitzicht gesteld? (je = ‘jou’; een grote winst is onderwerp)

Kun je of kun je?

Je kunt en je kan zijn allebei correct. De vorm kun(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je kunt, jij kunt, kun je, kun jij. In België is ook de vorm kan neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je kan, jij kan, kan je, kan jij.

Is het werd of werdt?

worden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van worden
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) word wordt
verleden (o.v.t.) werd werdt
toekomend (o.t.t.t.) zal worden zult worden

Wat het wordt of word?

De regel ‘er komt geen -t als je (= jij = onderwerp) achter de persoonsvorm staat’ kan dus worden toegepast. Het onderwerp in deze zin is wat. Achter de stam word (de stam is het hele werkwoord min de uitgang -en) komt nu wel een t: wordt.

Is wordt een voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord (ook wel verleden deelwoord of participium perfectum genoemd) is een vorm van een werkwoord die in het Nederlands gebruikt wordt om een voltooide tijd te vormen. De lijdende vorm wordt gevormd met het passief deelwoord, dat dezelfde vorm heeft als het voltooide deelwoord.

Welke tijd is wordt?

worden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van worden
onbepaalde wijs
tegenwoordig (o.t.t.) word wordt
verleden (o.v.t.) werd werd
toekomend (o.t.t.t.) zal worden zult/zal worden

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven