Inhoudsopgave
Is lachen een werkwoord?
Lachen – loech – gelachen.
Wat is het tegenwoordig deelwoord van lachen?
lachen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van lachen | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | lach | lacht |
verleden (o.v.t.) | lachte | lachte |
toekomend (o.t.t.t.) | zal lachen | zult/zal lachen |
Hoeveel verschillende Persoonsvormen kun je maken van het werkwoord lachen?
Denk steeds: wat is het hele werkwoord (de woordenboekvorm)? In het werkwoord wachten zit een t: wachten – ik wacht – ik wacht te – wij wacht ten. Maar in het werkwoord lachen niet, dus: lachen – ik lach – ik lach te – wij lach ten. In het werkwoord rusten zit een t: rusten – ik rust – ik rust te – wij rust ten.
Is het lachen of laggen?
lachte (verl. tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelachen (volt.
Hoe schrijf je lachte?
lachen – ik / jij / hij lachte – wij / jullie / zij lachten. stappen – ik / jij / hij stapte – wij / jullie / zij stapten.
Wat is de verleden tijd van vergroten?
Vergrootte is de verleden tijd van het werkwoord vergroten. De stam van vergroten is vergroot. Om de verleden tijd te vormen, voegen we -te(n) toe aan de stam: vergroot + te(n) = vergrootte(n). Het bedrijf vergrootte zijn winst.
Hoeveel werkwoorden zijn er in het Nederlands?
De Nederlandse taal kent in totaal acht werkwoordstijden. Twee tijden maak je met alleen het werkwoord: de onvoltooid tegenwoordige tijd (ik speel, ik begrijp) en de onvoltooid verleden tijd (ik speelde, ik begreep).
Welk werkwoord kun je maken van correspondent?
correspond [corresponded|corresponded] {werkwoord} ww.}
Wat is het verleden tijd van raden?
raden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van raden | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | |
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geraden | hebt geraden |
verleden (v.v.t.) | had geraden | hadt geraden |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geraden hebben | zult geraden hebben |