Inhoudsopgave
Waar mag je vliegen met RC vliegtuigen?
De rijksoverheid stelt aan modelvlieglocaties alleen een algemene eis, dat met het modelvliegtuig:
- Geen personen of zaken in gevaar mogen worden gebracht.
- Niet mag worden gevlogen boven mensenmenigten, bebouwing, openbare wegen (autosnelwegen, autowegen en ontsluitingswegen) en spoorlijnen.
Hoe vliegen met een RC vliegtuig?
Een radiografisch bestuurd modelvliegtuig wordt bestuurd met beweegbare roeren in de vleugels en de staart. Een motor-beginnermodel heeft drie bestuurbare onderdelen: het richtingroer (meestal gekoppeld aan het neuswiel), hoogteroer en gasregeling van de motor.
Waar mag je vliegen met je drone?
Regels recreatief gebruik van drones
- Een particuliere drone mag niet zwaarder zijn dan 25 kilogram.
- Je mag niet boven mensenmenigten vliegen.
- Je mag niet boven aaneengesloten bebouwing vliegen.
- Je mag niet in gebieden rondom vliegvelden en andere no-fly zones vliegen.
- Je moet de drone altijd kunnen zien.
Wat doet een hoogteroer?
Het hoogteroer van een vliegtuig beweegt het toestel om de dwarsas (de as die door het zwaartepunt van links naar rechts loopt), dit noemt men stampen. Als de vlieger door middel van het hoogteroer de invalshoek verkleint, zal het vliegtuig hoogte verliezen. Als hij geen gas terug neemt, zal de snelheid toenemen.
Wat doet een Rolroer?
Het rolroer (Frans en Engels: aileron) is een onderdeel van een vliegtuig dat zorgt voor draaiingen om de langas (rollen). Het bevindt zich meestal op de vleugeluiteinden en soms bij grotere vliegtuigen ook nog midden op de vleugel. De rolroeren zijn evenals het hoogteroer verbonden met de stuurknuppel.
Welke zender modelvliegen?
De meeste Nederlandse modelvliegers hebben een mode 1-zender. Een minderheid gebruikt mode 2 (die in Amerika juist populair is). Kies de mode die voor je gevoel het best bij je past. Ga bij mode 2 wel na of je een instructeur kunt krijgen die ook mode 2 gebruikt.
Hoe bestuur je een vliegtuig op de grond?
Sturen gebeurt vaak door een beweegbaar neuswiel of staartwiel, vaak gecombineerd met besturing door het richtingsroer. Grotere verkeerstoestellen hebben soms ook een bestuurbaar hoofdlandingsgestel, kleinere toestellen kunnen soms ook sturen door apart bedienbare remmen op de beide hoofdwielen.