Waar uit blijkt of waaruit blijkt?

Waar uit blijkt of waaruit blijkt?

We schrijven waaruit aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.

Is het vandaaruit of van daaruit?

Van daaruit is juist. Bijvoorbeeld: We reizen eerst naar Liechtenstein. Van daaruit gaan we de volgende dag naar San Marino.

Waar voor of waarvoor?

Hoewel bij het schrijven van waar voor al snel wordt gedacht aan onjuist spatiegebruik is de spatie hier juist goed gebruikt. Waarvoor is het best te vertalen als voor wat. Wanneer men dat synoniem invult in deze zin dan ziet men al snel dat dit niet juist is.

Van wie waarvan taaladvies?

Om naar personen te verwijzen, is zowel van wie als waarvan correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, van wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.

Waaruit bestaat?

samenstelling = •de onderdelen waaruit iets bestaat. beenweefsel = Weefsel waaruit botten zijn opgebouwd. Neuron = zenuwcel. waaruit het zenuwstelsel is opgebouwd.

Is het waar aan of waaraan?

We schrijven waaraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.

Is het die of dat?

Verwijs je naar een de-woord of een meervoud, dan is deze of die juist. Verwijs je naar een het-woord of naar iets onbepaalds, dan is dit of dat juist.

Waarvan ik hou of van wie ik hou?

Het is allebei grammaticaal juist. Veel mensen geven echter op papier de voorkeur aan ‘de vrouw van wie hij houdt’. De verwijzing met een voorzetsel + wie wordt bij personen namelijk als de beleefdste vorm gezien.

Waarmee of waarin?

Volgens de traditionele schoolregel gebruiken we een betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord zoals waarmee, waarvan enzovoort om te verwijzen naar zaken en begrippen, en een combinatie van een voorzetsel en een voornaamwoord (met wie, van wie enzovoort) om te verwijzen naar personen.

Is het wat of dat?

Wat of dat Je gebruikt meestal ‘wat’ als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Je kunt hier ook ‘dat’ gebruiken.

Is het aan hun of aan hen?

Om naar personen te verwijzen, is na een voorzetsel hen het aan te bevelen voornaamwoord, niet hun: voor hen, aan hen, met hen, door hen. Na een voorzetsel kan ook het onbeklemtoonde voornaamwoord ze gebruikt worden om naar personen (of naar zaken) te verwijzen: voor ze, aan ze, met ze, door ze.

Waarom die of dat?

Van oorsprong verwijzen deze en dit naar iets wat dicht bij de spreker is. Met die en dat verwijs je naar iets wat verder weg is. Dit verschil duikt vooral nog op in ‘contrastief gebruik’, dus om een duidelijke tegenstelling aan te geven: iets is verder weg of dichterbij dan het ander.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven