Inhoudsopgave
Waarom daalt de bevolking?
Bevolkingsdaling kent een aantal oorzaken: Jonge mensen en jonge gezinnen trekken naar andere gebieden. Er worden minder kinderen geboren in de krimpgebieden. De achterblijvende, vergrijzende bevolking komt te overlijden.
Wat zijn de gevolgen van de bevolkingsgroei?
In 2025 zal de wereldbevolking acht miljard en in 2050 naar alle waarschijnlijkheid ruim negen miljard mensen tellen. De voornaamste oorzaak van deze groei is de enorme afname van kindersterfte; van 133 sterfgevallen op 1000 geboorten in de jaren vijftig van de vorige eeuw naar 46 in de periode 2005-2010.
Wat laat een Bevolkingsdiagram zien?
Een bevolkingspiramide is een grafiek of diagram van de leeftijdsopbouw van een bevolking in de vorm van een rug-aan-rug-histogram voor mannen en vrouwen. De beide histogrammen tonen het aantal mannen (links) en het aantal vrouwen (rechts) van een bepaalde bevolking in leeftijdsgroepen van vijf jaar.
Waarom krimpen gebieden?
In sommige gemeenten en regio’s in ons land is sprake van daling van het inwonertal. Dit wordt “krimp” genoemd. Krimp is overigens meer dan alleen bevolkingsdaling. Ook de bevolkingsopbouw verandert.
Welke gevolgen de bevolkingsgroei heeft voor leeftijdsopbouw van de bevolking?
Oorzaak van deze toename is, behalve de bevolkingsgroei, de veranderde samenstelling van de bevolking naar leeftijd: doordat er minder kinderen worden geboren en mensen steeds langer leven, vergrijst de bevolking. Hoewel het overlijdensrisico is gedaald, neemt het aantal overledenen toe.
Wat is de invloed van de economie op de bevolkingsgroei?
Zoals een gunstige economische ontwikkeling tot een hoge bevolkingsgroei leidt, zo veroorzaakt economische teruggang een daling van de bevolkingsgroei. Ook begin jaren negentig leidde de minder gunstige economische ontwikkeling tot een daling van het aantal geboorten en de immigratie.
Wat wordt verstaan onder demografische transitie?
Een demografische transitie of demografische revolutie is de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een laag sterfte- en geboortecijfer binnen een bepaalde bevolkingsgroep. De sterfte daalde er sneller dan de vruchtbaarheid, waardoor de toename van de bevolking er ook sterker was.