Waarom is het in de winter zo koud?
De lucht die met een noordoostenwind wordt aangevoerd is afkomstig uit Scandinavië, Noordoost-Europa en delen van Rusland. In tegenstelling tot Nederland hebben deze regio’s een landklimaat en geen zeeklimaat. Dit betekent dat de zomer erg warm en de winter een stuk kouder kan worden.
Waarom sneeuwt het opeens in Nederland?
Op dit moment is het nog heel koud in de gebieden rond de poolstreek. Daarom is Nederland terechtgekomen in een krachtige noordwestelijke stroming met hele koude lucht. “In deze periode is het gemiddeld tussen de 11 en 14 graden.” In die koude lucht ontstaan continu buitjes met hagel en sneeuw.
Kan het te koud zijn om te sneeuwen?
Bij temperaturen onder het vriespunt vormt sneeuw zich wanneer waterdamp tot ijskristallen verrijpt zonder tussenvorm van waterdruppels. Dit proces vindt vooral plaats tussen −5 en −20 °C en optimaal bij een temperatuur rond −12 °C.
Waar komt die kou vandaan?
Verzwakte poolwervel zorgt voor kou Dit komt door een verandering van de richting van de poolwervel in de afgelopen week. Het fenomeen dat daar voor heeft gezorgd, noemen meteorologen een zogenoemde ‘plotselinge stratosferische opwarming’.
Hoe kan het dat het zo koud is in Nederland?
Er is zelfs een verband tussen een opwarmend klimaat en koud weer in Nederland. Dat komt door een angstaanjagende kettingreactie op de Noordpool. Als zo’n diep dal zich ophoudt boven land op het noordelijk halfrond, kan koude lucht van de Noordpool naar zuidelijkere gebieden stromen.
Waarom sneeuwt het niet vaak in Nederland?
Dat het in Nederland steeds minder vaak sneeuwt, zal iedereen wel merken. De oorzaak ligt in de hogere temperaturen die we tegenwoordig in Nederland hebben, niet alleen van de lucht, maar ook van het (zee)water. Het aantal dagen waarop de sneeuw blijft liggen zelfs van 19 naar 10 dagen per jaar.
Waarom sneeuwt het opeens?
Wanneer de temperatuur plotseling onder het vriespunt daalt, veranderen de waterdruppels van de wolken tot ijskristallen. Op weg naar beneden komen deze in aanraking met stofdeeltjes als zand, rook en as deeltjes die in de lucht zweven. Zo groeien de ijskristallen geleidelijk aan tot sneeuwkristallen.