Inhoudsopgave
Waarom staan er letters in een manegebak?
Bakletters zijn gemaakt om dressuurruiters en menners vaste punten te geven om een oefening op te laten zien. In de eerste klassen van de basisdressuur hoeven niet alle overgangen precies bij één letter gereden worden, maar vaak tussen twee of drie letters in.
Welke letters paardenbak?
In een 20×40 rijbak zijn er acht bakletters. De A, F, B, M, C, H, E en K. De rijbak voor dressuurproeven vanaf het Z worden aangevuld met vier extra bakletters, dit zijn de V, S, R en P. Een ‘Z-dressuurbaan’ is ook 20×60 meter groot.
Waar komen de Bakletters vandaan?
De tweede theorie is dat de letters bij de Duitse cavalerie zijn ontstaan. Dat was vroeger de legereenheid te paard. In Duitsland was er standaard een ruimte van 20 x 60 meter tussen elk stalblok op een cavalerieterrein en die ruimte werd gebruikt om de paarden te trainen en te oefenen.
Hoe groot moet een rijbak zijn?
Een standaarddressuurbodem is 20 x 40m (1:2), maar vanaf Z-dressuur en hoger geldt de afmeting van 20 x 60m (1:3).
Wat is een Slangenvolte?
De slangenvolte bestaat uit een aantal bogen, waartussen je recht oversteekt van de ene naar de andere kant van de rijbaan. Het zijn eigenlijk halve voltes die verbonden zijn door rechte lijnen. Er zijn slangenvoltes met drie, vier of vijf bogen.
Hoe rijd je een grote volte?
Het is de bedoeling dat je paard ‘in het spoor’ blijft, dus met zijn achterbenen op dezelfde lijn loopt als zijn voorbenen. Daarbij moeten zijn hals en lichaam net zo gebogen zijn als de vorm van de volte. Dit heet stelling en buiging. Een grote volte heeft een doorsnede van 20 meter.
Hoe rijd je een Slangenvolte?
Als je de slangenvolte in draf rijdt en daarbij lichtrijdt, wissel je van been als je over de A-C lijn gaat. Let erop dat je je paard netjes stelt en buigt volgens de lijn die je rijdt. Maak hem recht op de rechte stukken en vraag op tijd weer stelling en buiging voor de volgende boog.
Hoe rijd je een gebroken lijn?
Bij een gebroken lijn 5 meter, rijd je niet helemaal door tot X, maar slechts 5 meter uit de hoefslag. Voor elke soort gebroken lijn geldt: De lijnen naar en van het middelpunt zijn recht. Het paard moet bij iedere verandering van richting worden omgesteld.