Inhoudsopgave
Waarom zie je niet het hele lichaam als je vlak voor een spiegel staat?
Spiegelbeeld. Als je in een spiegel kijkt, zie je je spiegelbeeld. Blijkbaar worden er lichtstralen van jouw lichaam via de spiegel teruggekaatst naar je ogen, anders zou je jezelf niet kunnen zien. Jouw spiegelbeeld doet bijna altijd het tegenovergestelde als jij.
Welk voordeel heeft een bolle spiegel vergeleken met een vlakke spiegel?
Dat kan ook voordelen hebben: als je een kleiner spiegelbeeld hebt kun je dus een groter voorwerp bekijken. En als je een groter spiegelbeeld hebt kun je dus meer details van het voorwerp bekijken. Een veel gebruikte bolle spiegel vind je in het verkeer.
Wat is een bolle spiegel?
Een bolle spiegel verkleint het beeld, maar vergroot het gezichtsveld. Verkeersspiegels en achteruitkijkspiegels van vrachtwagens zijn toepassingen hiervan. Een bolle spiegel wordt ook gebruikt als secundaire spiegel in bepaalde types spiegeltelescopen, zoals de Cassegrain-telescoop.
Waarom ben je op je kop in de holle kant van de lepel?
De lepel werkt als een spiegel die het beeld vervormt. Aan de andere kant is de lepel een holle spiegel en daarin zie je jezelf op zijn kop. Dat komt doordat een holle spiegel de lichtstralen zo weerkaatst dat ze elkaar kruisen. Het resultaat is: onder en boven zijn omgekeerd; links en rechts zijn omgekeerd.
Wat heeft geen spiegelbeeld?
Als een object geen spiegelsymmetrie heeft wordt het chiraal genoemd. Van twee chirale objecten die elkaars spiegelbeeld zijn zegt men ook wel dat deze enantiomorf zijn.
Hoe zien we er echt uit?
Het gaat erom dat we denken dat wij ons spiegelbeeld zijn. Je ziet namelijk je spiegelbeeld in de spiegel (ja, ok dat wist je wel) en dan is alles omgedraaid: je linkerkant wordt je rechterkant en je rechterkant wordt je linkerkant. Hierbij komt dat de meeste mensen geen symmetrisch gezicht hebben.
Hoeveel normalen heeft een vlakke spiegel?
Men onderscheidt naar de vorm van het spiegelende oppervlak : Een vlakke spiegel: een spiegel met een vlak oppervlak. Het beeld is bij zo’n spiegel even groot als het origineel (een object dat men ziet in de spiegel ziet men even groot als men dat object op overeenkomstige plaats achter het spiegelvlak zou zien).