Inhoudsopgave
Was Machiavelli een humanist?
Niccolò di Bernardo dei Machiavelli (Florence, 3 mei 1469 – aldaar, 21 juni 1527) was een Italiaanse diplomaat, politiek filosoof, militair strateeg, historicus, dichter, toneelschrijver en humanist gevestigd in Florence tijdens de Italiaanse renaissance.
Waar stond Machiavelli voor?
Machiavelli was een veelzijdig denker, die vooral bekend werd met zijn baanbrekende werk Il Principe (De vorst, ca. 1516). Hierin bepleitte het recht van een vorst om autocratisch te heersen als de situatie dat vereiste. Het leverde hem een hoop haat en kritiek op van tijdgenoten en latere intellectuelen.
Hoe werden vorsten machtiger?
Wanneer het volk niet meer gelooft, wordt het gedwongen te geloven. De algemene regel is, dat hij die toelaat dat een ander machtig wordt, zelf te gronde gaat. De vorst moet een bevoorrechte klasse rond zich scharen. Omdat ze de verantwoording op zich nemen en zich blootstellen aan gevaar, genieten ze van voordelen.
Hoe probeerden vorsten hun macht te vergroten?
De vorsten probeerden hun positie te verstevigen door een politiek van centralisatie (streven naar een centraal bestuur dat boven de lokale besturen stond). In Frankrijk lukte het de Koningen zich steeds meer macht toe te eigenen. De eerste ideeën over absolute macht van de koning ontstonden.
Waardoor verloor de adel zijn macht?
De vorst was uit op centralisatie, het regeren vanuit één punt, binnen zijn rijk, dat gaat ten kosten van de adel en de steden, zij moeten namelijk daardoor hun voorrechten en privileges inleveren, hierdoor ontstond het particularisme.
Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlanden mogelijk?
Met de opkomst van de steden ontwikkelde zich een nieuwe manier van leven, gebaseerd op niet-agrarische beroepen, vrij en onafhankelijk van de landheer. De juridische regels die verbonden waren met het feodale stelsel werden vervangen door nieuwe wetgeving en rechtspraak, toegespitst op het leven in de stad.
Hoe de kerk haar geestelijke macht in de samenleving vergrootte?
Christenen in de Middeleeuwen geloofden dat God de aarde had geschapen en de drie standen had ingesteld. De heerschappij over de kerk en haar gelovigen, de geestelijke macht, had hij aan de paus gegeven, en de bestuursmacht over landen en mensen, de wereldlijke macht, aan de keizer.