Inhoudsopgave
Was voltooid verleden tijd?
de onvoltooid verleden tijd (of imperfectum): hij woonde, hij kwam; de voltooid tegenwoordige tijd (of perfectum): hij heeft gewoond, hij is gekomen; de voltooid verleden tijd (of plusquamperfectum): hij had gewoond, hij was gekomen.
Hoe vorm je de onvoltooid verleden tijd?
Ze zijn onregelmatig als klinkers of medeklinkers veranderen, waardoor er een aparte stam voor de verleden tijd is (denk – dacht, ga – ging, eet – at). Voorbeelden van de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) zijn: ik werkte, jij dacht, hij ging, wij wandelden, jullie aten, zij droomden.
Wat is de voltooide tijd van op de plank staan boeken?
boeken/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van boeken | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | |
| onvoltooid | toekomend | zullen boeken |
| voltooid | tegenwoordig | hebben geboekt |
| toekomend | geboekt zullen hebben |
Waarom voltooid tegenwoordige tijd?
De voltooid tegenwoordige tijd vermeldt feiten, de verleden tijd geeft een beschrijving. De verleden tijd wordt gevormd met -de of -te, of is een onregelmatige vorm: ik werkte, ik kwam. In de eerste zin van een bericht komt in de regel een voltooid tegenwoordige tijd, omdat daar de feiten worden vermeld.
Hoe zet je een zin in de voltooide tijd?
In de voltooide tijd staat altijd een voltooid deelwoord: een werkwoordsvorm als gelezen of gewerkt. Doorgaans staat er ook een hulpwerkwoord bij: een vervoegde vorm van hebben of zijn. Ik heb een goed boek gelezen. Het voltooid deelwoord is hier gelezen.
Hoe vorm je het voltooid deelwoord?
Veel Nederlandse werkwoorden zijn zwak: het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge- vooraf te laten gaan aan de werkwoordstam en te eindigen met ’t’ of ‘d’ afhankelijk van de slotklank van de stam (zie ’t kofschip). Van onregelmatig sterke werkwoorden wordt het voltooid deelwoord gevormd door de uitgang -en.
Wat is het voltooid?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.
Wat is de voltooide tijd van hebben?
hebben/vervoeging
| vervoeging van het werkwoord hebben | ||
|---|---|---|
| tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
| hij, zij, het | heeft | had |
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | |
| hebbend | hebben gehad |
Hoe schrijf je in de voltooid tegenwoordige tijd?
De voltooid tegenwoordige tijd van een werkwoord bestaat uit de tegenwoordige tijd van ‘hebben’ of ‘zijn’ plus het voltooid deelwoord van het te vervoegen werkwoord: ik heb gewerkt, ik ben gekomen. De verleden tijd wordt gevormd met -de of -te, of is een onregelmatige vorm: ik werkte, ik kwam.