Inhoudsopgave
Wat betekent benen?
benen – Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord been benen – Bijvoeglijk naamwoord 1. van been vervaardigd ♢ Bij de opgraving vond men enige benen kammen.
Wat is gestrekt?
gestrekt bijv. naamw. Uitspraak: [xə’strɛkt] als iets geen hoek of buiging heeft Voorbeeld: `op je rug met gestrekte armen boven je hoofd liggen`Antoniem: gebogen Synoniemen: languit, recht gestrekt gaan (languit gaan liggen) `als…
Hoe schrijf je benen?
Het meervoud van been is ‘benen’. Eén been, twee benen.
Wat betekent bij te benen?
bijbenen werkw. 1) bijhouden Voorbeeld: `Hij kon maar met moeite het snelle werktempo van de les bijbenen. ` 2) lopend bijhouden Voorbeeld: `De oude man kon zijn jonge vrouw maar met moeite bijbenen. ` Bron: WikiWoordenboek.
Wat betekent met gestrekt been erin?
voetb.) onbesuisde overtreding begaan; de tegenstander blesseren. Vandaar ook overdrachtelijk buiten de voetbalsport.
Hoe heten de spieren in je been?
We onderscheiden de bovenbeenspieren globaal in 3 groepen. De spiergroep aan de voorkant (m. quadriceps), de spiergroep aan de achterkant (hamstrings) en de spiergroep aan de binnenkant (adductoren).
Wat is de meervoud van Been?
Woordherkomst en -opbouw
| 2 | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | been | beenderen |
| verkleinwoord | beentje | beentjes |
Wat betekent met gestrekt been erin gaan?
Wat betekent in adamskostuum lopen?
In adamskostuum, (gezegd van mannen) naakt. Eigenlijk datgene wat men draagt bij zijn geboorte: niets. Of: het kostuum waarin Adam en Eva elkaar voor het eerst zagen zonder schaamte te voelen.
Welke spreekwoorden zijn er met Been?
Spreekwoorden ‘Het been stijfhouden’
- Het been stijfhouden. Niet toegeven.
- Aan hetzelfde been knagen. Dezelfde moeilijkheid hebben.
- vel over been. na de ziekte was hij vel over been: hij was heel erg mager.
- Vlees en been hebben.
- het been stijf houden.
- Van de been geraken.
- steen en been klagen.
- Dat been is afgekloven.
Wat betekent het spreekwoord in de lappenmand zitten?
D.w.z. hij is een weinig ongesteld; hij zit in de kazemat of is in de potten-bank, eig. ligt in de mand om gelapt, hersteld, opgeknapt te worden; ook: hij is in de voddenmand.