Inhoudsopgave
Wat betekent het om je kruis op te nemen?
Je kruis opnemen hoort bij je Christelijke leven En Hem volgen betekent dus dat je je kruis moet opnemen. Blijkbaar betekent het kruis opnemen dat je je leven zal verliezen. Jezus zelf is natuurlijk letterlijk gestorven aan een kruis. Ook van een aantal discipelen weten we, dat ze gedood zijn omdat ze Jezus volgden.
Wat houd het volgen van Jezus in?
Verloochen jezelf Jezelf verloochenen betekent niet dat je je eigenwaarde omlaaghaalt, je gevoelens ontkent, of niet gelukkig mag zijn of genieten. Het woord verloochenen betekent zoveel als ‘weerstaan’ of kortweg ‘nee’ zeggen. Petrus zal later Jezus verloochenen.
Wie mij wil volgen moet zichzelf verloochenen?
Wie achter mij wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen (Matteüs 16:24) Jezus roept ons Hem te volgen, maar zegt ook meteen dat dat niet makkelijk zal zijn. Hij noemt het zelfs ‘een kruis’. Het zijn ongemakkelijke woorden, die Jezus hier tot zijn leerlingen spreekt.
Wie zijn kruis niet opneemt?
Wie zijn kruis niet opneemt en mij navolgt, die kan mijn discipel niet zijn (die is mijns niet waardig) MATTHEÜS rovers 38. MATTHEÜS 16 vers 24. MARCUS 8 vers 34.
Welke leer moeten wij volgen van Jezus?
Via Jezus kunnen we God leren kennen. Als je let op Jezus, meer zicht krijgt op wie Hij is en wat Hij voor ons -voor jou!- gedaan heeft, zul je God beter leren kennen. In de Bijbel zegt Jezus: ‘Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Wat zegt Jezus over hem volgen?
Jezus is de weg, de waarheid en het leven, Hij heeft een plan met jouw leven en daarom roept hij vandaag de dag nog steeds mensen om Hem te volgen. Het volgen van Jezus betekent niet dat alles over rozen gaat, maar je volgt wel de juiste weg die naar het eeuwige leven leidt.
Wie niet zijn kruis opneemt?
Wie mij volgt Bijbel?
Johannes 12:26 Jezus zei: Wie mij dient moet mij volgen…. wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. Johannes 10:27-28 “Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven.”