Inhoudsopgave
Wat betekent is invloed op?
invloed – Te gebruiken voor het effect van iemand of zijn werk op andermans creatieve ideeën of werk. Gebruik ‘beïnvloeden’ voor het uitoefenen van invloed op andermans handelen, gedrag, opvattingen of werk.
Is het impact maken of hebben?
Hoewel in het woord impact wel altijd een belofte besloten ligt. Impact impliceert dat er een bepaald resultaat en doel behaald wordt. Er is ook een verschil tussen impact maken op de lange of de korte termijn. Echte impact gaat volgens mij over een positieve, systemische verandering op de lange termijn.
Wat betekent invloed vermogen?
inwerking van een persoon, zaak of omstandigheid op een andere. het vermogen om op anderen in te werken.
Waar komt het woord impact vandaan?
Ontleend aan Engels impact ‘krachtige inwerking’ [1817; OED], een overdrachtelijke betekenis van impact ‘inslag, botsing’ [1781; OED], gevormd bij het werkwoord impact ‘inslaan’, dat ontleend is aan het verl.
Hoe kan je impact maken?
Het gevolg van dat iemand precies dat doet waar diegene zelf achter staat. Als je precies doet wat vanuit je eigen intrinsieke motivatie komt, dan heeft het resultaat daarvan sowieso impact. Namelijk een impact op jezelf, dit vergeten mensen vaak, maar is absoluut niet minder belangrijk dan impact op externe dingen.
Wat is de betekenis van passief blijven?
passief – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pas-sief 1. wie niet geneigd is om in actie te komen ♢ hij is erg passief, hij hangt maar in een stoel 2. waarbij niets gedaan wordt ♢ televisie kijken…
Wat is een zelfversterkend effect?
Het zelfversterkende effect bestaat in dit verband hierin dat politieke beslissingen over het algemeen worden genomen in overleg met gelijkgezinden. De individuele visie wordt hierdoor niet gecorrigeerd; in plaats daarvan worden in de eerder gekozen richting nieuwe stappen gezet.
Wat is de synoniem van invloed?
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: invloed (zn): autoriteit, druk, effect, gewicht, gezag, greep, inwerking, macht, overwicht, stimulans, uitwerking, vat, zeggenschap.