Inhoudsopgave
Wat betekent tanden?
tand – Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) een hard, wit voorwerp in de mond, meestal in 2 horizontale rijen aanwezig (één in elke kaak) en algemeen gebruikt om te eten 2. (techniek) een meestal scherp uitsteeksel aan voorwerpen (bijvoorbeeld aan zaag|zagen of tandwielen) tand – Werkwoord 1.
Wat betekent ergens je tanden in zetten?
Ergens zijn tanden in zetten. Zich ergens helemaal op concentreren.
Wat betekent haar op je tanden?
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt: “Hij (zij) heeft haar op de tanden: ‘hij (zij) is onversaagd, onvervaard’; hier en daar (…) echter bepaaldelijk: ‘die persoon durft zijn tegenpartij flink te woord te staan, durft flink van zich af te spreken, weet zich flink met woorden te weren’.
Wat betekent zijn tanden laten zien?
Spreekwoorden ‘zijn-tanden-laten-zien’ toen hij zijn zin niet kreeg, liet hij zijn tanden zien: hij verdedigde zich fel en begon zelfs met ruzie te dreigen.
Wat betekent van de hand in de tand?
D.w.z. elken dag verteren wat men verdient; het krap, niet breed hebben. In de 16de eeuw bij Campen, 83: tis mithem van den handen inden tanden; Goedthals, 119: vander handt inden tant varen, le souffreteux mange son bled en herbe; Idinau, 269:Het gaet daer al, van handt in den tandt.
Wat betekent met het gebit bewerken?
Rap met de tanden, is rap met de handen. (=Wie snel kan eten, kan snel werken.)
Wat betekent eet hij met lange tanden?
D.w.z. met tegenzin eten; langzaam en gerekt kauwen, kieskauwen. Vgl. Wander V, 492: mit langen Zähnen essen; lange Zähne machen; het Westvl. met lange hielen ergens heengaan, met tegenzin of uit vrees ergens traag naar toegaan (De Bo, 1180), en het Zuidnederl.
Hebben tanden?
Men zegt van iemand, die goed van zich af durft spreken, zich flink met woorden weet te weren, onversaagd, onvervaard is, dat hij of zij haar op de tanden heeft.
Wie zijn nek uitsteekt?
Je nek durven uitsteken wordt dan gezien als iets heldhaftigs, of als iets dat gevaarlijk is. In ieder geval associeert degene die zoiets zegt met iets goeds.