Inhoudsopgave
Wat doen ouderen online?
Bijna 9 op de 10 ouderen gebruiken het internet om hun email te checken en berichten te versturen. Daarnaast zoekt meer dan 73% van alle 65-plussers naar informatie over goederen of diensten, maar telebankieren gaat hen blijkbaar ook goed af, alsmede online shoppen. Het gebruik van social media maakt ook z’n opmars.
Welke producten kopen ouderen?
Kleding en sportartikelen het vaakst online aangeschaft Online shoppers kochten in 2018 het vaakst kleding of sportartikelen (56 procent), reizen en vakanties (50 procent), kaartjes voor evenementen (46 procent) en huishoudelijke goederen en apparaten (38 procent).
Welke leeftijd shopt online?
In opdracht van PayPal heeft onderzoeksbureau Ipsos een onderzoek gedaan onder bijna 800 Nederlanders vanaf achttien jaar. Hieruit blijkt dat webshoppen van alle leeftijden is, maar dat er per leeftijdscategorie duidelijke verschillen zijn.
Wat trekt ouderen aan?
Ouder, rijker en vitaler. Ook de levensverwachting zonder lichamelijke gebreken is toegenomen. Op meer vlakken gaat het ouderen goed: ze wonen vaker en langer zelfstandig, ze hebben vaker dan vroeger een koopwoning, vaak vrij van hypotheek. En met een gemiddeld spaartegoed van 138.000 euro behoorlijk wat te besteden.
Waar is behoefte aan bij ouderen?
In een onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2016) naar wensen en behoeften van ouderen, gaven ouderen aan dat mobiliteit, sociale contacten, goede cognitieve gezondheid, zingeving, waardigheid en zelf regie houden van groot belang voor hen zijn om gezond en vitaal ouder te worden.
Welke leeftijd shopt het meest?
Onder Nederlanders van 25 tot 34 jaar wordt het meest gewebshopt. Maar liefst 66 procent koopt producten via internet, waarvan wederom kleding het populairste product is. Bijna een derde van de aankopen wordt op het werk gedaan.
Hoeveel ouderen hebben een computer?
Bij de Nederlanders tussen de 65 en 74 jaar is dit percentage inmiddels 81%, een verdubbeling sinds 2005. Deels wordt deze stijging veroorzaakt door demografische ontwikkelingen (als iemand in 2000 op 55-jarige leeftijd internet toegang kreeg valt hij nu in de groep 65-74 jaar).