Wat doen tegen slecht voelen?

Wat doen tegen slecht voelen?

Vrienden koesteren

1. Maak tijd voor de mensen waar je je goed bij voelt.
2. Maak duidelijk wat je wil en niet wil.
3. Leer nee zeggen.
4. Leg nieuwe contacten: ga mee op busreis, doe vrijwilligerswerk, word lid van een vereniging, volg een cursus.
5. Probeer niet steeds je partner te veranderen.
6. Zoek steun bij anderen.

Hoe kun je beter leren voelen?

Hoe nu verder?

1. Voel en erken aan jezelf dat je het verlangen hebt om erbij te willen horen. Of je het nou goed kan vinden met je (voor)ouders of niet: heel diep vanbinnen heeft ieder mens het verlangen om erbij te horen.
2. Besef dat jij verder gaat dan je ouders.
3. Omarm je (voor)ouders.
4. Ga staan voor wie je bent.

Hoe moet je voelen?

Het zijn allemaal gevoelens die erkend willen worden en je iets willen vertellen. Je kunt op bovenstaande manier bewust de gevoelens rondom een situatie erkennen in jezelf en in je lichaam. Eén voor één kun je ze benoemen, in stilte of hardop. Op die manier kun je ze toelaten en kunnen ze je stuk voor stuk loslaten.

Waarom voel ik me zo nutteloos?

Als je je lange tijd somber voelt, dan kan het zijn dat je een depressie hebt. Bij een depressie voel je geen of weinig emoties, soms ook geen verdriet. Je hebt geen plezier meer in je leven, niets is nog leuk en je hebt nergens energie voor. Je komt slecht in slaap, of je kan juist moeilijk uit je bed.

Waarom voel ik me niet lekker?

Soms is er meer aan de hand. Om te weten wat bij jou de oorzaak is van de algehele malaise, kun je het beste naar de huisarts gaan. De oorzaken van algehele malaise zijn heel verschillend en lopen uiteen van infecties met virussen of bacteriën, tot nieraandoeningen en psychische aandoeningen.

Hoe kom ik in contact met mijn emoties?

Als je jouw emoties niet de ruimte geeft om te uitten kan het zelfs zo zijn dat jouw angst eruit komt als boosheid, of je boosheid als verdriet….Gedachten over emoties

1. Mindfulness. Pak momenten op de dag waarop je even stil gaat zitten.
2. Muziek.
3. Praten.
4. Schrijven.
5. Bewegen.
6. Tekenen.
7. Kijken.