Wat hij wil of wat hij wilt?

Wat hij wil of wat hij wilt?

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.

Waarom is het hij wil?

Hij wil is simpelweg de norm, zeggen alle taaladviesboeken en -websites. Hoe zit het precies? Bij bijna alle werkwoorden eindigt de vorm die in de tegenwoordige tijd bij hij, zij en het hoort (de ‘derde persoon enkelvoud’) op een t. Kunnen, zullen en mogen hebben meer onregelmatige vormen in de tegenwoordige tijd.

Waarom jij wil of wilt?

De vorm wil, die wij nu gebruiken als tegenwoordige tijd enkelvoud, gaat terug op een zogenoemde aanvoegende wijs (een ‘wensende wijs’ of ‘optatief’). Willen had vroeger geen tegenwoordige tijd. Er kwam dus geen t achter de stam in de derde persoon enkelvoud. Daarom is hij wil nog steeds juist.

Waarom is het hij wil en niet hij wilt?

Willen is bijna regelmatig in de tegenwoordige tijd, maar de derde persoon enkelvoud is een uitzondering. Anders dan bij bijna alle andere werkwoorden geldt de regel stam + t hier niet. Het is dus hij wil, zij wil, men wil, Sophie wil, het Nederlandse volk wil, enzovoort. Hij wil alleen maar Hollandse kost.

Wie wil of wilt?

Anders dan bij de meeste werkwoorden krijgt de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd van willen geen t. Dus hoewel het wel wie neemt, wie belt en wie houdt is, is het toch wie wil, en niet wie wilt. Dat geldt ook voor andere zinsvolgordes: ‘Vraag maar even wie er een ijsje wil. ‘

Is het wil of wilt u?

U wilt en u wil zijn allebei correct. In Nederland wordt u wil informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u wilt. In België wordt het gebruik van u wil niet als informeel beschouwd.

Is het ze wilt of ze wil?

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct. De onregelmatige werkwoorden willen, kunnen, zullen en mogen zijn daarop een uitzondering.

Wat is juist jij wil of jij wilt?

Het is allebei juist. Wel is de zin met wil nog wat informeler dan die met wilt. In de spreektaal komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in appjes en andere informele teksten. Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) nog steeds de voorkeur in teksten die bestemd zijn voor een algemener publiek.

Is het je wil of wilt?

Je wilt en je wil zijn allebei correct. In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.

Is het je wil of je wilt?

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: het wil, wil het. De vorm het wilt* (of wilt het*) is niet correct.

Is het zij wil of wilt?

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct.

Is het Ik wou het of ik wilde het?

Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In de spreektaal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.

Waarom wil of waarom wilt?

Is dat wat je wil?

Het is allebei goed. Voor je een studierichting kiest, moet je eerst goed nadenken wat je wilt. Voor je een studierichting kiest, moet je eerst goed nadenken wat je wil.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven