Inhoudsopgave
Wat is de beste reistijd voor India?
De beste reistijd voor India is hier tussen september en april. Het is droog en de temperaturen zijn aangenaam. De heetste maanden zijn mei en juni, wanneer het kwik in Delhi de 45 graden aantikt en het in de woestijn van Rajasthan nog warmer kan worden.
Welke 4 klimaten komen ervoor in India?
dit zijn:
- een woestijnklimaat (BWh) in het westen en noordwesten.
- een steppeklimaat (BSh) in het westen en noordwesten, en in delen van het zuiden.
- een gematigd chinaklimaat (Cwb) in de berggebieden in het noorden en noordoosten.
- een hooggebergteklimaat (EH of H) in de hoogste delen van de Himalaya.
Hoe werkt een Klimaatdiagram?
Een klimaatdiagram toont voor een bepaalde plek de gemiddelde temperatuur en de gemiddelde neerslag per maand, gemeten over een langere periode (meestal 30 jaar). De rode lijn in het diagram geeft aan wat de gemiddelde temperatuur per maand is (alle dagen en nachten van die maand).
Waardoor is er in de winter een droge tijd in India?
Door de verandering van windrichting wordt er ook een andere luchtsoort aangevoerd, waardoor het weerbeeld sterk verandert. Daarom wordt ook wel gesproken van de natte moesson en de droge moesson. De bekendste moesson is die van India en omstreken. Daarna blijft het weer droog tot in juni de volgende moesson aanbreekt.
Hoe ontstaat een natte moesson?
Ontstaan moesson Het mechanisme achter de moesson is eenvoudig. Land warmt in de zon sneller op dan zee, maar koelt ook sneller af. Ook in ons land is het ’s zomers in het binnenland warmer dan aan zee. Boven het warme land stijgt de lucht op, waardoor koelere zeelucht die plaats kan innemen.
Waarom brengt een moesson veel regen?
Het mechanisme achter de moesson berust op temperatuurverschillen. Land warmt in de zon sneller op dan zee, maar koelt ook sneller af. Boven het warme land zal de lucht opstijgen waardoor koelere zeelucht die plaats kan innemen. De lucht stijgt daardoor extra snel.
Hoe herken je een klimaat?
Om het klimaat te bepalen wordt gekeken naar het gemiddelde over 30 jaar van temperatuur, vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag. Dagelijkse en jaarlijkse variaties en hoe vaak extremen voorkomen zijn ook van belang. Voorbeelden van extremen zijn hittegolven en zware regen met wateroverlast of overstromingen.