Wat is de regel Van tegenwoordige tijd?

Wat is de regel Van tegenwoordige tijd?

Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met alleen de stam van het werkwoord, de stam + t of het hele werkwoord. Alleen als de stam op een d eindigt, moet je goed opletten, bijvoorbeeld met vinden. Als het onderwerp hij is, schrijf je stam + t = vind + t = Hij vindt iets.

Wat is de stam van een persoonsvorm?

De basisvorm voor het spellen van werkwoordsvormen is de stam. Dat is de onbepaalde wijs* van het werkwoord zoals we die uitspreken, min de uitgang* -en (soms -n).

Wat is TT spelling?

Zinnen in de tegenwoordige tijd (tt) beschrijven iets wat nu of in de toekomst gebeurt. De persoonsvorm vind je door de zin in een andere tijd te zetten. Het woord dat verandert is de persoonsvorm.

Wat is werkwoordspelling?

Werkwoordspelling; tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord… De tegenwoordige tijd beschrijft iets wat nu of in de toekomst gebeurt. Er zijn drie mogelijkheden van werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd: Stam, Stam + T of Stam + En.

Hoe vervoeg je tegenwoordige tijd?

Indien je deze toch wilt gebruiken gelden de volgende regels: In de tegenwoordige tijd vervoeg je het werkwoord zoals bij “u”, dus stam + ’t’. Bijvoorbeeld: “Gij wordt” en “Wordt gij?” In de verleden tijd vervoeg je het werkwoord ook zoals bij “u”, maar schrijf je er nog een ’t’ achter.

Wat is de persoonsvorm verleden tijd?

De persoonsvorm in de verleden tijd spel je met te(n) of de(n) achter de stam. Als de stam al op een t of een d eindigt, schrijf je dubbel t of dubbel d. Dit kun je horen als je de verleden tijd voor jezelf uitspreekt, bijvoorbeeld werkte en meldde.

Wat is de stam van het werkwoord?

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen. Wat je overhoudt, is de stam.

Wat betekent PV tt?

Welkom bij het onderdeel Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd, ook wel afgekort als pv tt. Voor dit onderdeel moet je weten wat een persoonsvorm is en hoe je die kunt herkennen.

Hoe schrijf je werkwoordspelling?

Regelmatige werkwoorden eindigen op een ‘d’ of een ’t’. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit ’t kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een ’t’. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een ‘d’.

Wat zijn de regels van werkwoordspelling?

Is het onderwerp ‘ik’, dan noemen we dat eerste persoon en dan is de persoonsvorm gelijk aan de stam. Dus: ‘ik word’, en ‘ik loop’, ‘ik verhuis’ en ‘ik facebook’. De regel is dat een stam die op een z of een v eindigt, in de persoonsvorm een s of een f krijgt, omdat een Nederlands woord nooit eindigt op een z of een v.

Hoe vervoeg je werkwoorden in het Nederlands?

Je gaat bij het vervoegen uit van de stam = werkwoord -en, uitgaand van de Nederlandse spellingsregels enkelvoud/meervoud (zie tabel). De ik-vorm wordt niet vervoegd met een extra ’t’. Voorbeelden: ik onderneem, ik word, ik verbrand. De je-/jij-, u-, hij-, zij- en het-vorm vervoeg je met een ’t’ achter de stam.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven