Inhoudsopgave
Wat is de regel voor de persoonsvorm in het meervoud in de tegenwoordige tijd?
Een werkwoord in de tegenwoordige tijd kan alleen op een d eindigen, als de stam van het werkwoord op een d eindigt….Werkwoorden in de tegenwoordige tijd (stamregel 1)
Persoonsvorm enkelvoud | |
---|---|
ik | word |
hij, zij, het | wordt |
Persoonsvorm meervoud | |
wij,we | worden |
Wat is een persoonsvorm verleden tijd?
De persoonsvorm in de verleden tijd spel je met te(n) of de(n) achter de stam. Als de stam al op een t of een d eindigt, schrijf je dubbel t of dubbel d. Dit kun je horen als je de verleden tijd voor jezelf uitspreekt, bijvoorbeeld werkte en meldde.
Wat is de D t regel in de tegenwoordige tijd?
Uitleg dt-fouten in de tegenwoordige tijd In de tegenwoordige tijd wordt bij de tweede persoon enkelvoud (je, jij) en bij de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) altijd een –t toegevoegd aan de ik-vorm. Dit hoeft niet als een werkwoord al eindigt op een –t (het is: hij zit en niet hij zitt).
Hoe vervoeg je de tegenwoordige tijd?
Indien je deze toch wilt gebruiken gelden de volgende regels: In de tegenwoordige tijd vervoeg je het werkwoord zoals bij “u”, dus stam + ’t’. Bijvoorbeeld: “Gij wordt” en “Wordt gij?” In de verleden tijd vervoeg je het werkwoord ook zoals bij “u”, maar schrijf je er nog een ’t’ achter.
Wat is VT meervoud?
werkwoordspelling: pv vt meervoud 1 1: Wij (lunchen) in het park. 2: De konijnen (laten) we buiten spelen. 3: De gevangenen (verzetten) zich niet toen ze naar binnen moesten. 4: Piet, Henk en Paul (doen) het deksel weer op de put.
Wat betekent vd spelling?
Het voltooid deelwoord (ook wel verleden deelwoord of participium perfectum genoemd) is een vorm van een werkwoord die in het Nederlands gebruikt wordt om een voltooide tijd te vormen. Voorbeelden van voltooid deelwoorden zijn gemaakt, gerepareerd en gegaan in de zinnen: Piet heeft de pop gemaakt.
Wat betekent verleden tijd enkelvoud?
In de verleden tijd geldt: ik-vorm + te, dus ontmoet + te. Veel taalmethodes zeggen dat de stam het werkwoord min “-en” is. Dat is niet altijd hetzelfde als de ik-vorm (hoeven: stam = hoev, ik-vorm = hoef; grazen: stam = graz, ik-vorm = graas). Andere bronnen beweren dat stam en ik-vorm hetzelfde zijn.
Wat is de verleden tijd van jagen?
Het werkwoord jagen heeft twee verleden tijden: jaagde en joeg. Het heeft onder meer de betekenissen ‘vervolgen om het buit te maken en te doden’ en ‘dwingen om te gaan, drijven, verdrijven’. De zwakke vorm jaagde is het oudst; in de zestiende eeuw kwam de sterke vorm joeg ook in gebruik.
Is het D of dt?
In het kort Is het de ik-vorm? Dan schrijf je het werkwoord met enkel een –d: ik word, ik vind, ik bloed. Is het de hij-/zij- of het-vorm? Dan schrijf je het werkwoord met –dt: zij wordt, hij vindt, het bloedt.
Hoe weet je als het D of dt is?
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Hoe vervoeg je de persoonsvorm?
Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met alleen de stam van het werkwoord, de stam + t of het hele werkwoord. Meestal kun je goed horen wat je moet schrijven. Alleen als de stam op een d eindigt, moet je goed opletten, bijvoorbeeld met vinden.
Hoe vervoeg je u?
Je gaat bij het vervoegen uit van de stam = werkwoord -en, uitgaand van de Nederlandse spellingsregels enkelvoud/meervoud (zie tabel). De ik-vorm wordt niet vervoegd met een extra ’t’. Voorbeelden: ik onderneem, ik word, ik verbrand. De je-/jij-, u-, hij-, zij- en het-vorm vervoeg je met een ’t’ achter de stam.